hoofdstad van het Engelse graafschap Isle of Ely aan de Ouse, op een heuvel te midden der venen of „Fens” gelegen, heeft (1946) 8793 inw. Ely is vooral bekend door de machtige kathedraal, een der belangrijkste van Engeland, staande op de plaats van een Angel-Saksisch klooster, in 870 door de Noormannen verwoest, hersteld en in 970 opnieuw gesticht voor Benedictijner monniken.
De huidige bouw werd begonnen ca 1080 met de transepten, die een open bekapping (hammerbeam roof) hebben, wat in een kathedraal zeer zeldzaam is; koor: 1106; schip en thans niet meer bestaande klooster: 12de eeuw; de westgevel met toren en ,,galilee”-portaal: 1ste helft 13de eeuw; terzelfder tijd werd het Romaanse koor gedeeltelijk door een Gothisch vervangen. De 14de eeuwse „Lady-chapel” ligt op een ongebruikelijke plaats, nl. met haar Z.W. hoek aansluitend aan de N.O. hoek van het N. transept. Op 12 Febr. 1322 stortte de vieringstoren in en verwoestte 3 traveeën van het koor. Bij herbouwing verrees de achtzijdige lantaren („lantern” of „octagon”), die enig is in de kathedraalbouw van Engeland. Tussen de 4 hoekpijlers van de viering ontspringen 4 bogen, de ruimten hiertussen zijn elk gevuld met een Gothisch raam, terwijl de 8 segmenten tussen de 4 bogen en de 4 vensters te zamen een zwaar eikenhouten gewelf vormen en de achtzijdige lantaren schragen, welker ramen een Rembrandtiek licht in het midden van de kerk toelaten. De constructie, waarover 12 jaar werd gewerkt, wordt boven het van binnen zichtbare gewelf door een stelsel van zeer zware, 90 cm brede balken gesteund. De O. uiteinden van de zijbeuken van het koor worden ingenomen door 2 Laatgothische zangkapellen, de „chantries” van de bisschoppen West en Alcock. Ten W. van de kathedraal staat het bisschoppelijk paleis, ten Z. er van de in 1541 gestichte Latijnse school (King’s School); een theologisch college werd in 1881 geopend. De omtrek van Ely bezit veel tuinbouw; vooral asperges, aardbeien en kersen gaan naar Londen.Lit.: D. J. Stewart, On the architectural history of Ely Cathedral; Bells’ Cathedral Series: Ely; Bannister Fletcher, AHistory of Architecture on the Comparative Method (14de dr. London 1948); H. Batsford and Ch. Fry, The Cathedrals of England (6de dr. London 1944-’45); D. H. S. Cranage, Cathedrals and how they were built (London 1948); John Harvey, Gothic England (London 1947); A. H. Gardner, An Outline of English Architecture (London 1945).