Nederlands bibliograaf (Amsterdam 20 Juni 1806 - ’s-Gravenhage 13 Febr. 1870), was sedert 1831 verbonden aan de Kon. Bibliotheek, waarvan hij van 1838-1868 bibliothecaris was.
Zijn grootste verdienste is, dat hij de studie der incunabelen* tot een moderne wetenschap heeft weten te maken. Eerst gaf hij van de incunabelen der Kon. Bibliotheek in 1856 een uitstekende catalogus uit nl. Catalogus librorum saeculo XV° impressorum, quotquot in Bibliotheca Regia Hagana asservantur. Van internationale betekenis was verder zijn hoofdwerk: Monuments typographiques des Pays-Bas au quinzième siècle (1857-1868). Verder heeft Holtrop de studie van het Middelnederlands zeer bevorderd door jonge geleerden als Jonckbloet op handschriften in de collectie van de Kon. Bibliotheek te wijzen en hen voor officiële opdrachten tot uitgave daarvan bij de Regering voor te dragen. Het belangrijkste feit tijdens zijn bestuur is wel de totstandkoming van het Museum Meermanno-Westreenianum, de collectie door baron van Westreenen van Tiellandt in 1848 aan de Staat nagelaten.
Krachtens Westreenens testament werd de bibliothecaris van de Kon. Bibliotheek tevens hoofdbestuurder van het Museum.
DR L. BRUMMEL
Lit.: Levensber. d. M. F. A. G. Campbell (Levensber. v. d.
Mij der Ned. Lett. 1869-70, blz. 633 w.); L. Brummel, Gesch. der Kon. Bibl. (Leiden 1939); A. J. de Mare, Van Flament tot Holtrop (’s-Gravenhage 1943).
