eigenlijk Dobneck, Duits geleerde, humanist en felle bestrijder van Luther (Wendelstein 1479 - Breslau 10 Jan. 1552), studeerde te Neurenberg, Keulen en Ferrara, waar hij priester werd gewijd, werd vervolgens rector van de Sint Lorenzkerk te Neurenberg, in 1526 kanunnik van Mainz, in 1528 hofkapelaan van Georges van Saksen, in 1539 domheer van Breslau, daarna van Eichstätt, maar keerde in 1549 naar Breslau terug, waar hij overleed. C. sympathiseerde aanvankelijk met Luther, maar de houding van Rome maakte hem voorzichtig, de definitieve veroordeling (1520) maakte hem zelfs tot een felle bestrijder.
Heel zijn actie stelde hij in dienst van de R.K. leer: hij is tegenwoordig bij alle godsdienstgesprekken en verleent zijn medewerking aan de Confutatie van de Augsburgse Confessie (1530). Zijn talrijke werken, meestal gericht tegen Luther, zijn fel geschreven en niet zonder overdrijving.EADM. WINKELS O.CARM.
Bibl.: Commentaria de actis et scriptis Lutheri (1549).
Lit.: M. Spahn, J. G. (1898); A. Herte, Die Lutherbiographie des J.
C. (1915); P. Polman, L’Elément historique dans la controverse religieuse du XVIe siècle (1932); A. Herte, Die LutherCommentare des J. C. (1935); Idem, Das kath.
Lutberbild im Bann d. Luthercommentare des C., 3 dln (1943).
