Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Joachim hendricksz. swartenhondt

betekenis & definitie

Nederlands vlootvoogd (Amsterdam 1566 - 5 Juni 1627), ging op elfjarige leeftijd reeds naar zee, streed tegen de Duinkerkers en voer daarna ter koopvaardij als matroos. In 1587 werd het schip, waarop hij diende, in Spanje in beslag genomen en hijzelf op de galeien geplaatst.

Hij maakte de voorbereidingen voor de onoverwinnelijke vloot mede, wist op een Medembliks schip te ontsnappen en kon bij zijn terugkeer in het vaderland uitmuntende inlichtingen geven over de plannen en sterkte van de Spaanse vloot. Als beloning werd hij tot luitenant aangesteld en hij diende daarna onder Maarten Zegersz op de Vlaamse kust om de landingstroepen onder Parma te blokkeren. In 1596 aangesteld als kapitein van de admiraliteit Amsterdam kruiste hij op de Vlaamse en Franse kusten. Bij het beleg van ’s Hertogenbosch was hij commandant van de matrozenafdeling. In 1597 sloeg hij, als commandant van de „Gulden Arend”, een hevige aanval van Duinkerkers op zijn schip af. In 1599 nam hij deel aan de grote expeditie onder Pieter van der Does naar Spanje en de Canarische eilanden op de „Gouden Leeuw”. Op de terugweg wist hij met slechts negen gezonde manschappen aan boord van zijn schip een aanval van een Duinkerker kaper af te slaan.

In 1602 diende hij onder admiraal Van Wassenaer op „De Zon” in de expeditie naar Spanje en veroverde enige rijkgeladen Portugese suikerschepen. Het volgend jaar werd hij vice-admiraal in de vloot onder Paulus van Caerden naar West-Indië en Brazilië en hij keerde in 1605 met rijke buit in het vaderland terug. In het volgend jaar nam hij ontslag uit de zeedienst en vestigde zich te Amsterdam, doch in 1621 werd wederom een beroep op hem gedaan om als admiraal een grote koopvaardijvloot in de Middellandse Zee te convooieren. Op de terugweg leverde hij slag tegen de Spaanse vloot bij Gibraltar (16 Oct. 1622) en bracht het gehele convooi behouden in Nederland. Voor deze daad werd hij beloond met een gouden keten. De koningen van Zweden en Denemarken vroegen hem in hun dienst te treden, doch Swartenhondt sloeg deze aanbiedingen af en werd herbergier te Amsterdam, waar hij in 1627 overleed.

PROF. DR T. H. MJLO

Lit.: Leven en daden van J. H. Zwartenhondt (1832); J. C. Mol 1 erna, Gesch. v. Ned. ter zee (1940).

< >