sire, Frans geschiedschrijver (kasteel Joinville, bij Chalons-sur-Marne, 1224 - Parijs 11 Juli 1319), erfelijk „sénéchal” van Champagne, vergezelde Lodewijk de Heilige op zijn kruistocht naar Egypte, in 1248. Hij streed bij Mansoera, werd gevangengenomen en raakte in hoge gunst bij zijn koning.
In 1254 kwam hij in Frankrijk terug. In 1283 kreeg hij het regentschap over Champagne in naam van de erfdochter van dat graafschap, Jeanne van Navarre, die later met Philips IV trouwde. In 1305 schreef of dicteerde hij, op verzoek van dezelfde koningin Jeanne van Navarre, zijn beroemde Livre des saintes paroles et bonnes actions de Saint Louis, waarin hij ten minste evenveel over zichzelf vertelt als over Lodewijk de Heilige: een der aantrekkelijkste boeken uit de Middeleeuwen, dat, levendig geschreven, de lezer in onmiddellijke aanraking brengt met de koning en zijn tijd. Het zijn niet geheel en al herinneringen van een 80-jarige; het grootste gedeelte, de persoonlijke mémoires over de kruistocht van 1248-’54, is reeds eerder geredigeerd. In 1309 was het werk voltooid, dat aan Jeanne’s oudste zoon, de latere Lodewijk X, werd opgedragen. Nog in 1314 nam Joinville deel aan een verbond van de adel tegen Philips IV.Bibl.: uitgaven, m. vert, in modern Frans, door N. de Wailly (1874; meermalen herdr.) en door E. Bouchet (1891).
Lit.: A. Firmin Didot, Etudes sur J. (2 dln, Paris 1870); H. F. Delaborde, J. de J. et les seigneurs de J. (1894) ; G. Paris, J. sire de J. (in: Hist. litt. de la France XXXII, 1898, blz. 291-459) ; L. Foulet, Notes sur la Vie de Saint Louis de J. (in: Romania LVIII, 1933); A. Pauphilet, Historiens et chroniqueurs (Paris 1938).