Frans Protestants homileet en apologeet (Sauvetat-du-Drot 1619 - ’s-Gravenhage 13 Jan. 1687), werd na te Montauban gestudeerd te hebben, predikant te Sainte Affrique en in 1654 te Nimes. Hier verzette hij zich op de synode van 1661 tegen de plannen, een hereniging tussen Protestanten en Katholieken te beproeven, die de koninklijke commissaris in last had te verdedigen en ontving deswege het verbod om te prediken.
Sinds 1666 predikant te Charenton bij Parijs, was hij het hoofd en de ziel der Protestantse partij. Met de Jansenisten Nicole en Arnauld heeft hij over het Avondmaal gestreden, o.a. in zijn Défense de la Réformation, terwijl hij het Protestantisme tegen Bossuet heeft verdedigd. Bij de herroeping van het edict van Nantes kreeg hij bevel binnen 14 dagen het land te verlaten. Zo kwam hij te ’s-Gravenhage, waar zijn zoon Isaac sedert 1685 predikant was (gest.
Leiden 1695) en de Staten hem tot historieschrijver benoemden. Hij behoort tot de beste Franse homileten van zijn tijd. Bungener maakte hem tot hoofdpersoon van Un sermon sous Louis XIV.Bibl.: I es Plaintes des protestants cruellement opprimez dans le royaume de France (1686); Recueil de sermons (1693); in de Univ.-bibliotheek te Leiden berust een klein aantal brieven van en aan Cl.
Lit.: A. R. de Ladevèze, Abrégé de la vie de M. Cl. (Amsterdam 1687), Ed. Gaujoux, J.
Cl. prédicateur et controversiste, sa vie et ses écrits (1877); Haag, La France protestante, in voce; A. Vinet, Histoire de la prédication parmi les réformés de France au 17e siècle (1860) ; Ch. Weiss, Histoire des réf. prot. de France II (1853); Livre synodal I, reg.