Westvlaams dichter (Pollinkhove 1 Apr. 1629 - Brugge 1698), ondernam in zijn jeugd reizen naar Holland en naar Engeland; sedert 1646 te Brugge gevestigd, waar hij in 1653 huwde, werd hij in 1666 benoemd tot baljuw van het graafschap Middelburg in Vlaanderen; hij keerde in 1672 naar Brugge terug.
Jan Lambrecht was een welgesteld ambtenaar die bij zijn tijdgenoten als dichter in aanzien stond. Zijn taal is zuiver en soms plastisch, maar voor het overige heeft zijn werk slechts geringe literaire waarde. Zijn belangstelling voor de muziek blijkt uit de talrijke liederen die in zijn toneelspelen en langere stukken ingelast werden.
Bibl. (voorn. werken): Vlaemsche-Vrede-vreucht (’s-Gravenhage 1659), met lofdichten van J. Cats en J. Westerbaen, geschr. t. geleg. v. d. vrede van de Pyreneeën en het huwelijk van Lodewijk XIV met Maria-Theresia, Infante van Spanje; bevat: Vlaemsche Maeght, een allegorisch toneelstuk, vier gedichten: Mey-Droom, Goddelijcke Vrede-Lof, Vorstelycke Minne-Lusten, Konincklyck Bruylofts-Gedicht, en enkele kortere stukken; Rachel (Brugge 1662), een herdersspel; Goe-Weke (Brugge 1678), een uitvoerig gedicht over Christus’ leven; Wonderen der Heylighe Stadt Halle (Brugge 1682), een reeks van 54 verhalen over mirakelen van O.L. Vrouw van Hal, en Bethlehem (Brugge 1685), een toneelstuk over het Kerstgebeuren. Er bestaan van hem nog versch. gelegenheidsgedichten. Hij bezorgde de eerste uitgave van Ghedachten op Slapeloose Nachten van J. Cats (Brugge 1689).
Lit.: Bibliotheca Belgica iste Reeks (Gent 1880-1890), L69 e v.; M. Rooses, Lambrecht(s), Jean (Biographie Nationale, dl 11 (1890-1891), kol. 198 e.v.; M. Sabbe, De eerste uitg. van J. Cats ,,Ghedachten op slapeloose Nachten” (Versl. en Meded. Kon. VI. Acad., 1928, blz. 680 e.v.).