Nederlands schilder (Haarlem 20 Febr. 1633 - ’s-Gravenhage Mrt 1702). Sedert omstreeks 1645 was hij te Amsterdam leerling van Jacob Adriaensz Backer; hij verbleef hier driejaar en vestigde zich in 1660 in Den Haag, waar hij talrijke bestellingen kreeg, o.a. van Johan Maurits van Nassau.
De Grote Keurvorst trachtte De Baen aan zijn hof te verbinden en Karei II nodigde hem uit naar Engeland te komen, waaraan de schilder gehoor gaf. Hij portretteerde de koninklijke familie en verschillende Engelse aanzienlijken. In Nederland werkte hij voor Dordrecht en voor Leiden (Staalmeesters van de Lakenhal, aldaar, nog ter plaatse aanwezig).Er bestaan vele portretten van De Baen’s hand, o.a. van de gebroeders De Witt (Museum te Dordrecht). Hij heeft de invloed van Anth. van Dijck ondergaan, maar zijn werk - is vaak wat koel en droog.