Nederlands schilder, tekenaar en grafisch kunstenaar (Dordrecht 2 Oct. 1756 4 Febr. 1815) was, evenals zijn broeder Abraham Sr, aanvankelijk werkzaam in de schilderswinkel van zijn vader en vertrok later naar Antwerpen, waar hij op de Tekenacademie onder Andreas Lens studeerde. Hij schilderde landschappen met vee in de trant van Albert Cuyp.
In zijn nalatenschap bevonden zich 11 copieën van deze meester. Hij was tevens een vaardig tekenaar, aquarellist en etser.Lit.: R. van Eynden en A. van der Willigen, Gesch. der vad. schilderkunst sedert de helft der 18de eeuw, III (Haarlem 1820), dl IV (Haarlem 1840); J. Immerzeel Jr. De Levens en werken der Holl. en VI. kunstschilders, enz., dl III (Amsterdam 1843); C. Kramm, id., dl V (Amsterdam 1861); F. M. Huebner, De Romant. schilderk. in de Ned. (’s-Hage 1942); P. A. Scheen, Honderd Jaren Ned. Schilder- en Teekenkunst (’s-Hage 1946).