boekdrukker te Antwerpen (Antwerpen ca 1490-28 Nov. 1545), is het meest bekend door zijn Nederlandse uitgave van de Bijbel, 1526, in f°, gedrukt in twee kolommen, met hoofdstuk- maar nog geen vers-indeling, viermaal herhaald en verbeterd, oorspronkelijk van Genesis tot Hooglied en het N.T. naar de vertaling van Luther en met illustraties, de profeten naar een oude vertaling van de Vulgata, doch niet gelijkluidend met de Delftse noch met de Keulse Bijbel.
De opvolgende drukken kregen steeds meer reformatorisch karakter, de proloog van Luther op het O.T. werd verkort opgenomen en Lutherse kanttekeningen verschenen er in; de inquisitie ging dan ook niet op zij’ voor de vermelding, dat ze met privilege was gedrukt. Reeds in 1522 had Liesvelt de vier Evangeliën afzonderlijk, naar een i4de-eeuwse vertaling uit Rooclooster of Groenendael, en die verdrongen is door een Noordnederlandse van ca 1395, uitgegeven, gevolgd door de 14 Epistolen des wtvercoren vates Christ Sinte Pauwels, naar Joh. Schutken. Hij drukte echter ook de Vulgata, in 1528 de Refereynen van Anna Bijns en in 1540 nog plakkaten tegen de kettery.
Hij had in 1536 reeds moeilijkheden met het gerecht; deze werden erger in 1542, toen hij Huberinus’ Troostinge der goddelycker scryft uitgaf; om zijn Bijbel is hij ten slotte onthoofd. Zijn naam is niet in de Protestantse martyrologia opgenomen wegens zijn Roomse uitgaven.
Lit.: C. C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers (1937); Nyhoff-Kronenberg, Ned. Bibliogr. v. 1500 tot 1540, 2 dln (1923-1940); M. E. Kronenberg, Verboden boeken en opstandige drukkers in de Hervormingstijd (1948).