(1) is opneming in of verwerking tot een harmonisch geheel. Deze term werd door Sherrington in de neuropathologie ingevoerd en door Von Monakow, Maeder en Mac Dougall in de psychopathologie gebruikt.
Een beschrijving van de integratieve activiteit werd reeds onder desintegratie gegeven.(2, dierphysiologie) is de samenvattende naam voor de gezamenlijke regulaties, die, in onderling verband, het dierlijk organisme als één geheel doen functionneren (syn.: coördinatie, hoewel dit woord niet zo goed het tot één geheel maken uitdrukt). De integratie van het dierlijk organisme geschiedt in hoofdzaak door het zenuwstelsel. Daarnaast spelen hormonen een belangrijke rol, vooral bij hogere dieren en tijdens de ontwikkeling.
Onder de integraties door het zenuwstelsel kan men drie vormen onderscheiden:
1. de onbewuste door reflexwerkingen. Deze bestaan ook nog bij een dier zonder grote hersenen.
2. de bewuste door de psyche (bijv. de vereniging van het met beide gezichtsvelden waargenomene tot één beeld). Deze vooral bewerkt het reageren als eenheid, als individualiteit, die één is op één bepaald moment en tevens één in de tijd door herinnering aan speciale belevenissen.
3. de integratie tussen onbewuste en bewuste integratie. Zij zijn niet gescheiden, maar gaan in elkaar over (bijv. het onbewust (mechanisch) worden van het eerst bewust aangeleerde bij gecompliceerde handelingen als pianospelen, autorijden e.d.). De psyche kan in moeilijke situaties (gevaar) de werking van dit onbewust gewordene intensiveren. Hoe deze integratie tussen de onbewuste en bewuste integraties plaats vindt, is niet bekend.
De integraties door hormonen betreffen meer geïsoleerde functies en zijn dus het best met de onbewuste integratie door het zenuwstelsel vergelijkbaar. Ook hier ontstaan evenwel vrij gecompliceerde verschijnselen, als een hormoon de productie van andere hormonen regelt.
Lit.: Ch. Sherrington, The Integrative Action of the Nervous System (2nd ed. 1947), vooral: Foreword; M. Tausk, De Hormonen (3de dr. 1948), vooral hfdst. III.