Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Inductieklos

betekenis & definitie

(van Ruhmkorff, Parijs 1855) is een toestel, dat dient om hoge electrische spanningen op te wekken. Om een weekijzeren kern is een dikke primaire draad gewikkeld; hieromheen liggen, goed geïsoleerd, een zeer groot aantal windingen van een dunne secundaire draad.

De stroom in de primaire draad wordt telkens automatisch verbroken en weer gesloten. Hierdoor ontstaan er in de secundaire draad inductiespanningen (z electromagnetisme en électricité it). Daar de electromotorische kracht van deze inductiespanningen nauw samenhangt met de tijd, die de primaire stroom nodig heeft om van nul tot de maximumsterkte te stijgen of van maximum tot nul te dalen, moet men zorgen, dat een van beide tijden zo klein mogelijk wordt. Hiertoe wordt de magnetische hameronderbreker geholpen door een er aan parallel geschakelde condensator, die uit bladen bladtin bestaat, door stroken geparaffineerd papier van elkaar gescheiden. Bij het verbreken van de primaire stroom neemt deze condensator het in de kern aanwezige arbeidsvermogen op, zodat er geen boog getrokken wordt tussen de twee contactpunten (platina) van de onderbreker en de stroomsterkte zeer snel daalt van maximum tot nul. Brengt men de uiteinden van de secundaire draad op enige afstand van elkaar, dan zal de openingsspanning een krachtige vonk veroorzaken, terwijl voor de sluitingsspanning de afstand te groot is. De figuur toont een grote inductieklos; de condensator bevindt zich in het houten voetstuk.De grote klossen, die vroeger dienden voor het opwekken van röntgenstralen, gaven vonken van meer dan 1 m lengte, maar zijn tegenwoordig algemeen vervangen door wisselstroomtransformatoren. Wel zijn kleinere inductieklossen onder de naam „bobine” nog algemeen in gebruik voor de ontstekingsvonk van automotoren.

< >