Pools staatsman en geleerde (Mierzanow 1 Dec. 1867 - Versoix 2 Oct. 1946), moest in 1892 om politieke redenen Rusland verlaten, leefde vijf jaren in Londen en ging in 1897 naar Zwitserland, waar hij in 1901 hoofd van het natuurkundig instituut der Universiteit te Freiburg werd. Hij specialiseerde zich op de gebieden der electro-techniek en electro-chemie.
Een door hem uitgevonden condensator werd naar hem genoemd. In 1913 werd hij professor te Lemberg en na de verdeling van Boven-Silezië leider van de voormalige Duitse stikstoffabrieken in Chorzow, die onder hem een grote bloei beleefden.Door toedoen van Pilsoedski, met wie hij bevriend was, werd hij 1 Juni 1926 tot president van de republiek Polen gekozen. Hij was de derde Poolse president en werd in 1933 voor een nieuwe zevenjarige ambtsperiode gekozen. Hij bleef tot aan het uitbreken van Wereldoorlog II op zijn post. In Sept. 1939, na de bezetting van Polen, trad hij af. Hij week nu uit naar Roemenië en vestigde zich vervolgens in Zwitserland. Als geleerde had Moscicki zich door een reeks wetenschappelijke werken een naam gemaakt.