Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Iepenhout

betekenis & definitie

is in ons land hoofdzakelijk afkomstig van tal van vormen van de Hollandse iep Ulmus hollandica Mill. Het beste hout komt uit Zeeland en Vlaanderen, doch ook buitenlandse soorten als U. americana L., U. fulva Michx, U. racemosa Thomas en U. japonica Sargent leveren zeer veel er op gelijkend hout.

Het kernhout is roodbruin van kleur, terwijl het meestal acht jaarringen brede spint geelachtig is. Door zorgvuldig wateren wordt ook dit donkerder van kleur, terwijl de duurzaamheid van het hout, dat anders gemakkelijk door houtboorders wordt aangetast, er door verhoogd worden. Het hout is typisch ringporig (z hout), met duidelijke, drie tot zes cellen brede, en 15-20 cellen hoge, jaarringen; op radiale snede is het door de kleine mergstralen eigenaardig gestippeld en zeer glanzend; het s.g. is luchtdroog 0,56-0,82, vers 0,73-1,18. Het is matig zwaar, tamelijk hard en sterk, langdradig en taai, zeer vast en elastisch; het laat zich zeer goed snijden, doch is moeilijk splijtbaar, maar goed te spijkeren. Gebruik: Om de grote veerkracht is het zeer geschikt voor alle constructies, die veel aan schokken en stoten zijn blootgesteld en daarom voor wagon- en rijtuigfabricage van veel belang.DR A. KLEINHOONTE

Lit.: Wiesner, Die Rohstoffe des Pflanzenreiches II (Leipzig 1928), p. 1368-1373;Tjaden, Microscopisch onderzoek van hout (Amsterdam 1919), p. 21; Te Wechel, Fijnhout (Amsterdam 1945). P. 74-75.

< >