Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

I.g. farbenindustrie a.g

betekenis & definitie

vóór Wereldoorlog II gevestigd te Frankfort a. d. Main, is op 9 Dec. 1925 ontstaan, toen de Badische Anilin- & Sodafabrik, één van de voornaamste leden van de belangengemeenschap van de Duitse fabrikanten van koolteerverfstofffen, deze naam aannam, haar kapitaal tot RM 646 mill. verhoogde en vijf andere firma’s overnam.

Alle aldus samengaande ondernemingen waren in de jaren zestig van de 19de eeuw opgericht, als gevolg van de revolutionnaire uitvindingen op het gebied van de koolteerkleurstoffen. Verdergaand chemisch onderzoek leidde tot een enorme uitbreiding van het productieassortiment. Deze snelle ontwikkeling voerde tot een zware concurrentiestrijd tussen de individuele ondernemingen, welke in 1904 oorzaak werd van het ontstaan van een belangengemeenschap (Duits: Interessengemeinschaft, afgekort: I.G.), die uitwisseling van ervaringen en het uitschakelen van wederzijdse concurrentie ten doel had. Waren in den beginne niet alle Duitse producenten bij deze overeenkomst aangesloten, in 1916 werd de belangengemeenschap volkomen, wat dan ten slotte in 1925 tot de fusie leidde. In de jaren daarna werden nog tal van maatschappijen overgenomen, resp. in de machtssfeer van de I.G. betrokken, zodat bij het einde van Wereldoorlog II 380 Duitse bedrijven en ca 500 buitenlandse maatschappijen tot het concern behoorden. De I.G. was aldus een technisch ondeelbaar geheel geworden door de volkomen integratie en parallelisatie.

Zij controleerde niet slechts de belangrijkste octrooien en procédé’s voor chemische producten, doch was tevens in het bezit van de belangrijkste grondstoffen voor deze industrie, zoals bijv. steenkolen. Het aandeel der kleurstoffen in de omzet van het concern was langzamerhand betrekkelijk gering geworden, doch des te meer kregen naast pharmaceutische (Bayer) en fotografische (Agfa) artikelen o.a. de talrijke synthetische producten zoals benzine, kunstzijde, rubber, meststoffen, vet en plastics en ook aluminium en magnesium een steeds grotere betekenis.Na 1945 is het streven van de geallieerde bezettende mogendheden er op gericht, het I.G.-concern te ontbinden.

L. VAN ZWOL

Lit.: R. Sasuly, I. G. Farben (New York 1947).

< >