Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Hulst (gemeente)

betekenis & definitie

gemeente in oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, 189 ha, met (1950) 4675 inw. van wie 96 pct R.K. en 4 pct Prot., is gelegen aan de spoorweg Temeuzen - Mechelen. De stad Hulst bestond reeds in de 12de eeuw en was sedert 1618 een sterke vesting; na de omwenteling van 1795 echter werden de verdedigingswerken niet meer als zodanig gebruikt, maar zijn nu nog bijna ongerept.

Het middelpunt der stad is de Grote Markt. De voornaamste gebouwen zijn de I5de-eeuwse Grote of St Willibrorduskerk, het stadhuis, waarin zich bevindt een zeer mooi schilderij van Cornelis de Vos, en het Landshuis, waar in de rechtszaal een schoorsteentriptiek te zien is van Jacob Jordaens.Hulst is een winkelcentrum, er zijn drukke weekmarkten en het is de woonplaats van vele fabrieksdirecteuren, ook uit de omgeving, van renteniers, industrie- en landarbeiders; tevens is er een belangrijke industrie (vooral tricotage; verder schoenen-, meubelfabriek en een bierbrouwerij).

Lit.: J. van Lansberghe, Beschryvinge van de stadt H. (’s-Gravenhage 1687, herdr. 1692); J. G. de Potter, Beschrijving v. d. stad en het ambacht H. (1844); L. M. de Boer, Korte kroniek v. d. stad H. (1911); J. Adriaanse, Beelden uit het verleden v. H. (1930) ;W. H.Schukking, De vesting H., in: Jaarboek Oudheidk. kring „De Vier Ambachten” (1934).

< >