Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HOUTEM

betekenis & definitie

(1) (bij leper), Belgische gemeente in West-Vlaanderen, aan de vaart Ieper-Komen, op de grens van leem- en zandstreek (584 ha); landbouw, vnl. vlas- en tabaksteelt, cichoreifabrieken. Inw. (1949) 1250.

Het dorp verfranste enkele eeuwen geleden, maar wordt thans weer Vlaams door immigratie. In 1914-18 werd het geheel vernietigd. Duits oorlogskerkhof.Lit.: L. Slosse, H. (Roeselare 1903).

(2) (bij Veurne), Belgische gemeente in Westvlaanderen, bij de Franse grens, aan het kanaal Veume - St-Winoksbergen, op de scheiding van leem- en polderstreek (1272 ha); landbouw, paarden- en veeteelt en -handel. Inw. (1949) 1225. De kerk is gedeeltelijk Romaans. In de pastorie (1686), overblijfsel van de vroegere Norbertijner abdij, was het Belgische hoofdkwartier gevestigd in 1915-18.

< >