hoofdtempel van de Boeddhistische Hossô-secte en een van de 7 grootste tempels van Nara, gelegen in de N.O.-hoek van de Japanse prov. Yamato op ca 14 km ten Z.W. van de stad.
Het is de oudste tempel van Japan, werd in 587 op last van keizerin Soeiko door prins Sjôtokoetaisji gesticht en was in 607 voltooid. Van de verschillende tempelgebouwen welke, aan de voet van het gebergte, op het westelijke gedeelte van het tempelterrein een plaats vonden, bestaan tot op heden nog de zuidelijke toegangspoort (Tsjoemon), de Gouden Hal (Kondô), de uit 5 verdiepingen bestaande pagode en de galerijen rondom het terrein. Zij vormen de oudste van hout vervaardigde gebouwen van de wereld. De achtkantige Joemedono (Droomhal), de Dempô-dô e.a. dateren uit 739. De Hôryûdzji was steeds de aan kunstschatten (bovenal prachtige fresco’s) rijkste tempel van Japan. Aangenomen wordt, dat deze muurschilderingen ongeveer een eeuw na de voltooiing van de Kondô daarin werden aangebracht.
In Jan. 1949 werd het grootste deel van de fresco’s gedurende reparatiewerkzaamheden door brand vernield, waarbij vele der kunstschatten verloren gingen. Echter bleven de bijna voltooide copieën, welke de beste kunstenaars van Japan bezig waren ter plaatse te vervaardigen, gespaard.Lit,: Cat. of Art Treasures of the great Temples of Nara (Tôkyô 1932).
