Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HONDSDOLHEID

betekenis & definitie

ook genoemd lyssa of rabies, wordt veroorzaakt door een virus dat vooral het centrale zenuwstelsel aan tast. Het virus is in het algemeen alleen daarin aantoonbaar en in het speeksel.

De overbrenging geschiedt vooral door de beet van het zieke dier; het virus wordt tijdens de beet in de wond gebracht waarna het zich langs de zenuwbanen verbreidt naar het centrale zenuwstelsel. Alhoewel het virus dus een uitgesproken voorkeur heeft voor het zenuwstelsel, is er geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde diersoort; dolheid kan bij de mens en bij zeer vele verschillende diersoorten voorkomen, vnl. evenwel bij de hond. De tijd gelegen tussen de infectie (beet) en de eerste verschijnselen is meestal vrij lang, nl. enige weken of enige maanden; volgens enkelen zou het zelfs meer dan een jaar kunnen zijn. De ziekteverschijnselen kunnen nogal uiteenlopen. Meestal bemerkt men bij de hond een afwijkend gedrag; een overigens zeer levendige hond bijv. wordt stil en kruipt graag weg in een hoek, in een ander geval gaat het dier juist op opvallende wijze een overdreven aanhankelijkheid voor zijn baas tonen; zeer verdacht is de neiging allerlei vreemde voorwerpen (kiezelstenen, stukken hout, einden touw) in te slikken, het maken van onverwachte hapbewegingen (alsof het dier naar vliegen hapt), het ontstaan van vrees voor water, ep de neiging om doelloos te gaan dwalen; ten slotte kan het stadium van razernij volgen. In dit stadium is het dier zeer agressief, het zal andere honden of dieren aanvallen en trachten te bijten, tijdens het gevecht blaft de dolle hond meestal niet.Dolheid komt in Nederland niet voor. De wering en bestrijding van hondsdolheid is wettelijk geregeld in de Veewet. In landen waar de ziekte inheems is worden voorbehoedende entingen verricht. Pasteur wist het virus, geïsoleerd van spontane gevallen bij honden (virus de la rue), te veranderen in „virus fixe” door overentingen in de hersenen bij konijnen. Met dit virus fixe kon Pasteur, door een reeks inspuitingen te geven van verschillende verzwakkingsgraad, immuniteit doen ontstaan, zelfs bij reeds besmette personen. Deze methode van Pasteur en de daarvan afgeleide andere methoden zijn voor toepassing op grote schaal bij dieren ongeschikt, vandaar dat men in Japan. Amerika enz. een entmethode toepast bestaande uit meestal slechts één injectie van virus, dat behandeld werd metphenol, chloroform of formaline.

PROF. DR JAC. JANSEN

Lit.: W. A. Hagan, The Infectious Diseases of Domestic Animals (1945).

< >