Lady (Lucy), Engels avonturierster (Chevening, Kent, 12 Mrt 1776 Dzjoun, Libanon, 23 Juni 1839), dochter van de 3de graaf Stanhope en behorend tot hetzelfde geslacht als Philip Dormer Stanhope graaf van Chesterfield, toonde reeds in haar jeugd een excentriek, onbuigzaam en trots karakter, bestierde 1803-1806 het huishouden van haar oom William Pitt, trok zich na diens dood een tijdlang terug in een woeste bergstreek bij de rivier de Irfon (Wales), bereisde 1810-1813 het Oosten met haar 13 jaar jongere minnaar Michael Bruce, de zoon van een rijke Schotse bankier, liet zich in 1813 te Palmyra tot „koningin der Arabieren” kronen en vestigde zich in 1814 in het vervallen klooster van Dar Dzjoun ten N.O. van Sidon (Saida) te midden van de Droezen. Daar heerste zij over de omwonenden, die haar begiftigd achtten met bovennatuurlijke krachten, als een koningin; Ibrahim Pasja, die in 1831 Syrië binnenviel, eerbiedigde haar neutraliteit.
Haar onbegrensde liefdadigheid bracht haar ten slotte tot de bedelstaf.MR H. F. WIJNMAN
Bibl.: Memoirs of the Lady H. S. as Related by Herself in Conversation with Her Physician (G. L. Meryan), 2 dln (London 1845); Travels of Lady H. S. forming the Completion of Her Memoirs, Narrated by Her Physician, 3 dln (London 1846); The Nun of Libanon, the Love Affair of Lady H. L. S. and M. Bruce, their Newly Discovered Letters ed. by I. Bruce (London I951).
Lit.: Duchess of Cleveland, Life and Letters of Lady H. S. (London 1914); H. Bordeaux, Lady Esther S. en Oriënt, 2 dln (Paris 1926-’28, Le Circé du désert, 2 La sorcière de Djoun); J. Haslip, Lady H. S., a Biography (London 1936).