Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HERMENEUTIEK

betekenis & definitie

van Gr. έρμηνεύω, hermeneuo, dat vertalen, vertolken, uitleggen betekent, is de wetenschap, die de beginselen en de hulpmiddelen aanwijst, waardoor men een geschrift kan vertolken. Haar begin vindt men bij Tyconius’ De septem regulis (ca 400), Adrianus’ Isagoge en Isidorus van Sevilla’s (gest. 636) De Allegoriis. Het eerste handboek van de nieuwe tijd verscheen in 1687: A.

Pfeiffer, Thesaurus hermeneuticus. Men verdeelt de hermeneutiek in algemene en bijzondere. De eerste bevat de beginselen, waarnaar men zich bij het opsporen van de zin van een uitspraak in het algemeen moet regelen terwijl de laatste het oog vestigt op één enkel geschrift (of soort van geschriften) en alles aanwijst, wat men tot een juist verstand van deze in acht moet nemen. Past men haar toe op de Heilige Schrift, dan noemt men ze Bijbelse Hermeneutiek. De geschiedenis van deze is vrijwel identiek met die der Bijbelse exegese. Sedert het optreden der zgn. theologische exegese der Zwitserse school (Barth, Brunner enz.) en der zgn. Formgeschichtliche Methode (Dibelius, Bultmann, Schmidt, Albertz) is het vak weer zeer in betekenis toegenomen.Lit.: Th. Birt, Kritik u. Hermeneutik (1913); E. König, Hermeneutik des A. T. (Bonn 1916); F. Kortleiner, Hermeneutica biblica (1923); E.

Fascher, Vom Verstehen des N. T. (1929); H. Höpfl, Tractatus de inspiratione Sacrae Scripturae et compendium hermeneuticae biblicae catholicae (Paris 1929); F. Torn, Hermeneutik des N. T. (1930).

< >