Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HELIAND

betekenis & definitie

(Heiland) is een epos van ongeveer 6000 regels in stafrijm, dat volgens de Latijnse proloog op de wens van Lodewijk de Vrome (778-840) geschreven is om de nog maar kort tevoren bekeerde Saksen met het Christendom en zijn leer bekend te maken. Daartoe is de Evangeliën-harmonie van Tatiaan, die door Hrabanus Maurus, de abt van Fulda, vertaald was (822), als grondslag genomen; de Bijbelse verhalen werden enigszins in de trant van het heldenepos behandeld en dus een weinig gegermaniseerd om beter begrepen te worden.

Het werk getuigt van grote poëtische kracht; de naam „Heliand” is er eerst door de eerste uitgever Schmeller aan gegeven (1830). Er zijn twee volledige handschriften bewaard gebleven, die resp. in München (M) en in Londen (C) bewaard worden; in de uitgave van E. Sievers zijn deze beide naast elkaar afgedrukt. De meest gebruikte uitgave is die van Behaghel (61948). De laatste studie over dit epos stamt van G. Baesecke; op grond van de gebruikte bron neemt hij aan, dat het werk in Fulda onder het oog van Hrabanus Maurus ontstaan is (Niederdeutsche Mitteil. IV, 1 vlgg.; 1948).Verdere lit.: G. Ehrismann, Gesch. der I. Lit. bis zum Ausgang des Mittelalters (1918-1932); O. Basler, Heliand (Verfasserlexikon, 1936); Anneliese Bretschneider, Die Heliandheimat und ihre sprachgeschichtliche Entwicklung (1934); W. Krogmann, Die Heimatfrage des Heliand (1937); H. Sparnaay, Beiträge 1936; Mitzka, Die Sprache des Heliand und die altsächsische Standesgliederung (Borchling-Gedenkschrift 1948); E.

H. Sehrt, Vollständiges Wörterbuch zum Heliand und zur altsächsischen Genesis (1925).

< >