is de naam van een groep vulkanische en koraaleilanden, gelegen in de Stille Oceaan tussen 1540 en 160° W.L. en 18° en 22° N.Br., d.i. op het breedste gedeelte van de Grote Oceaan, halverwege tussen Panama en de Philippijnen. De totale oppervlakte van de Hawaii-eilanden is 16 700 km2, het grootste eiland, Hawaii, heeft een oppervlakte van 4015 km2.
De eilanden rijzen op uit de meer dan 5000 m diepe oceaan, terwijl de top van de hoogste berg, de Mauna Kea op Hawaii, 4200 m boven zeeniveau uitsteekt. Deze geweldige verheffingen van de aardkorst bestaan in hoofdzaak uit gestolde lava. De kleine in het N.W. gelegen eilandjes zijn opgebouwd uit koraalriffen, welke zich hebben gevormd op ondiepe plaatsen waar vroegere, grotere eilanden door eroderende werking verdwenen zijn. Bij de koraaleilanden sluit een reeks kleine eilanden aan die uit lava bestaan en de overgang vormen naar de grote, bewoonde eilanden Hawaiï, Maoei, Molokai, Lanai, Kahoolawe, Oahoe, Kaoeai en Niihaoe: het Z.O. en jongste deel van de eilandenreeks. De westelijkste dezer grote eilanden zijn uitgedoofde vulkanen; er heeft erosie plaatsgevonden met als resultaat een vruchtbare verweringsbodem, terwijl zich langs de kust koraalriffen afgezet hebben. Aan de oostkust van Hawaiï treden geregeld aardbevingen op en nu en dan ook vloedgolven.Klimaat
De Hawaii-eilanden zijn gelegen in het gebied van de vrijwel het gehele jaar waaiende N.O.-passaat. Mede onder invloed van een koude zeestroming uit het gebied bij de Beringstraat is het klimaat van Hawaiï koeler dan elders op dezelfde geografische breedte; de temperatuur is tamelijk gelijkmatig (op zeeniveau gemiddeld 73 gr. F., met een maximum van 89 gr. en een minimum van 52 gr.). Cyclonen komen in het gebied der Hawaii-eilanden niet voor. De regenval treedt voor het overgrote deel op aan de windkant van elk eiland, waar de passaatwinden stijgen tegen de hoge bergen. Aan de lijzijde heeft de droge wind een verdorrende uitwerking.
Alleen in de winter treedt ook aan de lijzijde nu en dan regen op. Op Kaoeai is de grootste regenval ter wereld geregistreerd (12% m Per jaar op de observatiepost Waialeale, 1740 m hoog). Op Hawaiï heeft vooral de noordzijde een vochtig klimaat, en hier hebben wind en regen dalen met steile rotswanden uitgeslepen. Aan deze noordkust ligt Hilo, de enige haven van het eiland.
Natuurlijke vegetatie
Het oorspronkelijk oer-woud op de grotere eilanden is verdwenen, behalve een tussen 1000 m en 2000 m gelegen boszoom op de berghellingen, welke het regenwater moet vasthouden. Ten gevolge van de grote vochtigheid heeft zich een weelderige vegetatie kunnen ontwikkelen. Lianen, orchideeën, palmen en tot 10 m hoge reuzenvarens verlenen dit bos het aspect van een echt tropisch oerwoud, maar de oorspronkelijke rijke sandelhoutbossen zijn gekapt. Boven de bosgordel liggen bergweiden, met een alpine kruidenvegetatie. De lijzijde van het gebergte is droog en dor; het centrale plateau van Hawaii is een soort droge steppe, de Kaoe-woestijn. Op de lagere gedeelten en aan de lijzijde der bergen wordt veel irrigatie toegepast, welke het mogelijk maakt de vruchtbare bodem te bebouwen.
De vegetatie op de kleine eilandjes bestaat vnl. uit grassen en kreupelhout. Door zijn geïsoleerde ligging her-bergt de Hawaii-archipel een groter percentage endemische soorten (83 pct) dan enig ander gebied. De oorspronkelijke bevolking voerde ca 25 soorten in (w.o. kokospalmen en suikerriet), de Europeanen enige honderden, w.o. ananas, koffie, de sinaasappel e.a. citrusvruchten.
Dierenleven
Er kwam oorspronkelijk op Hawaii maar één zoogdiersoort voor, een vleermuis. De mens heeft hier allerlei huisdieren ingevoerd. Hawaii telde aanvankelijk 125 vogelsoorten, waarvan er nu ca 20 zijn uitgestorven. De vroegere adel van Hawaii tooide zich met prachtige verenmantels. De kleine, westelijke eilanden zijn beroemd om hun avifauna, en in 1909 werd dit gebied tot vogelreservaat verklaard. In de ondiepe wateren in deze omgeving komen ook veel schildpadden en vissen voor.
Middelen van bestaan
Hawaii is in de eerste plaats een landbouwgebied. Het suikerbedrijf en de ananasteelt op Hawaii zijn bekend om de wetenschappelijke methoden, die er bij worden toegepast. Bijna de helft van de oppervlakte wordt geïrrigeerd; het water wordt uit riviertjes afgetapt en uit artesische en gewone putten omhoog gepompt. Het irrigatiestelsel van één der plantages heeft bijna $ 6 000 000 gekost. Andere middelen van bestaan zijn veeteelt en koffie- en rijstcultures. De voornaamste industrieën verwerken landbouwproducten en vis; ook zijn er ijzerfabrieken die van belang zijn doordat ze machines leveren voor de suikerindustrie, en een aantal verzorgende industrieën (levensmiddelen, schoenen, kleding en meubilair). Bouwsteen, kalk en zout zijn vrijwel de enige delfstoffen die men op de eilanden aantreft.
Hawaii is gelegen aan de scheepvaartroute van Manilla, Hongkong en Yokohama naar Los Angeles, San Francisco en Vancouver. Ook routes van Oost-Azië naar Panama en van Australië en Nieuw-Zeeland naar Noord-Amerika kruisen elkaar hier. De hoofdstad Honoloeloe is dan ook een wereldhaven met moderne outillage. In de binnenstad bevinden zich verscheidene wolkenkrabbers en andere moderne gebouwen; in.de voorsteden liggen villawijken en parken. Hawaii voert vooral landbouwproducten en visconserven uit en importeert uit de V.S. allerlei industrieproducten.
Het vreemdelingenverkeer speelt tegenwoordig een belangrijke rol; na de verbouw en verwerking van suikerriet en ananas is dit economisch het belangrijkste bedrijf in dit gebied. In 1921 kreeg Hawaii 8000 bezoekers; in 1940 25 373. Gestimuleerd door de belangstelling der bezoekers zijn verschillende oude volksgebruiken der eilanders tot nieuw leven gekomen: het „brandingrijden” op planken, een sport die ook druk door de Amerikanen wordt beoefend; een dans, de hoela-hoela, en het dragen van bloemenslingers, leis genaamd. Het strand van Waikiki is over de gehele wereld bekend, evenals de klank van de Hawaiian-gitaar. De mooiste vulkaanlandschappen behoren tot een Nationaal Park, met daaruit voortvloeiende faciliteiten en service voor toeristen.
De bevolking van Hawaii, eens zo homogeen, is thans uit zeer verschillende bestanddelen samengesteld. De oorspronkelijke bewoners waren Polynesiërs; bij de ontdekking van de eilanden woonden er naar schatting niet meer dan 300 000. Zij moeten oorspronkelijk van meer westelijk gelegen eilanden zijn gekomen. De Hawaii-eilanden hadden een bruine huid, sluik of golvend zwart haar, en waren lang van stuk, evenals de Maori’s op Nieuw-Zeeland, die ook een soortgelijk dialect spreken. De opperhoofden waren lichamelijk en geestelijk de meerderen van het gewone volk, waarmee zij zich niet vermengden. De taal is zacht en melodieus, met veel klinkers en liquidae.
De mannen konden uitstekend kanovaren, vissen en zwemmen. Behalve van sterren, winden en stromen, wist men ook veel van planten en dieren. Zonder schriftelijke overlevering werd de kennis die men bezat bewaard en onderwezen door speciaal daarvoor opgeleide personen. De eilanders kenden geen metaal, noch het gebruik van lastdieren of aardewerk; hun wapens en gereedschappen waren gemaakt van steen, hout, been en schelpen. Voor de prachtige verenmantels en helmen gebruikte men de gele veren van de mamo en oo en de vermiljoenrode van de iiwi.
Vele immigranten kwamen in de 19de en 20ste eeuw naar Hawaii als arbeidskrachten voor de Westerse bedrijven; de inheemse bevolking was niet geschikt voor regelmatige arbeid op de plantages. De meeste Europeanen bleven niet lang als ongeschoolde arbeidskrachten, en daarom bracht men in de tweede helft van de 19de eeuw Chinese koelies naar Hawaii. In het laatste gedeelte van de 19de eeuw kwamen er ook veel Japanners, die deels re-migreerden naar het vasteland der V.S.; in het begin der 20ste eeuw ging, doordat er meer Japanse vrouwen waren, het geboortecijfer van deze bevolkingsgroep snel vooruit, zodat de Japanners thans het voornaamste element vormen. Onder Amerikaanse invloed kwamen hier voorts Philippino’s en Koreanen. De grootte der verschillende bevolkingsgroepen was in 1940 volgens de census als volgt:
Aantal
inwoners In pct
Hawaii-eilanders 14375 3,4
Inwoners (gedeeltelijk inheemse origine) 49 935 11,8
Blanken 112 087 26,5
(van Puerto Rico 8 296 2,0)
(anderen 103 791 24.5)
Chinezen 28 774 6,8
Japanners 157 905 37,3
Philippino’s 52 569 12,4
Koreanen 6 851 1,6
Negers 255 0,1
Andere rassen 579 0,1
Totaal 423 330 100
Op 1 Juli 1949 was de bevolking als volgt over de grote eilanden verdeeld:
Aantal
Stad Honoloeloe 267 755
Stad Hilo 30 303
Oahoe zonder Honoloeloe 92 330
Hawaiï zonder Hilo 46 210
Kaoeai 37 053
Maoeai 56 860
In 1949 hadden de Hawaii-eilanden in totaal 530 891 inwoners.
Bestuur.
Alleen het kleine westelijke eilandje Midway, waar de Amerikanen een telegraafstation en een basis voor watervliegtuigen gevestigd hebben, behoort rechtstreeks tot de V.S. Hawaii heeft sinds 1900 de status van „territory”; aan het hoofd staat een gouverneur, welke met goedkeuring van de federale senaat voor 4 jaar door de president der V.S. benoemd wordt. De wetgevende macht van Hawaii berust bij een senaat van 15 leden welke voor 4 jaar, en een huis van afgevaardigden met 30 leden welke voor 2 jaar worden verkozen door de bevolking. Van alle territoria der V.S. geniet Hawaii de grootste zelfstandigheid; sinds 1940 staat het op de nominatie om de negenenveertigste staat der Amerikaanse Unie te worden.
Geschiedenis
De Hawaii-eilanden werden in 1778 ontdekt door de Engelse wereldreiziger James Cook. Tot 1795 waren er vier koninkrijkjes, doch in dit jaar slaagde de koning van één hiervan, Kamehameha I, er in de andere eilanden (met uitzondering van Kaoeai en Niihaoe, die zich in 1810 onderwierpen) te veroveren. Deze monarch was verdraagzaam tegenover vreemdelingen, maar trachtte de slechte invloeden die hun aanwezigheid met zich meebracht te bestrijden. Hij bleef bij zijn oude godsdienst, maar deze werd toch door buitenlandse invloeden ondermijnd en na zijn dood in 1819 begon het werk der zendelingen op Hawaii. Het Christendom werd al spoedig de nationale godsdienst. De eerste Amerikaanse invloed kwam in 1820, door zendelingen uit Nieuw- Engeland.
In 1854 was het een overwegend Christelijk land, met een constitutionele regering en moderne bedrijven. Met de dood van Kamehameha V (1872) kwam er een einde aan de Kamehameha-dynastie. Tijdens het bewind van Kalakoea (1874-1891) sloot Hawaii een verdrag met de V.S. en in 1887 verkregen deze het alleenrecht om gebruik te maken van Pearl Harbor en er een reparatie-inrichting en bunkerstation van hun marine te vestigen. Onder de regering van Kalakoea, die behalve pro-Amerikaans ook nogal reactionnair was, kwamen er binnenlandse moeilijkheden, en zijn zuster, Liliuokalani, die hem opvolgde, werd in 1893 afgezet. In 1894 werd Hawaii een republiek, met als doel annexatie door de V.S.; aanvankelijk lukte dit niet, doch in 1898 keurde het Congres de wet op de annexatie goed.
Op 14 Juni 1900 kreeg Hawaii de status van „territory”. De belangrijke Amerikaanse vlootbasis in Pearl Harbor werd op 7 Dec. 1941 onverhoeds aangevallen door Japanse duikboten en bommenwerpers, waarbij vele oorlogsschepen zwaar beschadigd of tot zinken gebracht werden. Dit verlamde geruime tijd de Amerikaanse marine in de Stille Oceaan en betrok de V.S. in Wereldoorlog II. Pearl Harbor diende toen als springplank naar de andere gebieden in de Stille Oceaan. Ook heden ten dage is Hawaii, aan de „crossroads of the Pacific” gelegen, van groot strategisch belang.
Hawaii bezit moderne onderwijsinstellingen en leerplicht voor kinderen van 6-14 jaar. Het onderwijs wordt in de Engelse taal gegeven. Te Honoloeloe is de universiteit van Hawaii gevestigd,welke in 1950 2859 studenten en 238 academische docenten telde.
PROF. DR A. N. J. DEN HOLLANDER
Lit.: L. B. Armstrong, Facts and Figures of Hawaïi (1933) (met lit. opgave); Erna Fergusson, Our Hawaii (New York 1947); S. L. Gulick, Mixing the Races in Hawaii (Honolulu 1937); E. W.
Kakukawa, A History of the Japanese People in Hawaii (Honolulu 1938); R. S. Kuykendall and H. E. Gregory, A History of Hawaii (New York 1926); National Park Hawaii (United States Dep. of the Interior, Washington D.G., 1949); Helen Gay Pratt, Hawaii, Ofï-Shore Territory (New York etc., 1944); J. W.
Vandercook, King Cane (1939); B. O. West, A Gentury of Education in Hawaii, 1840-1940 (Honolulu 1940); H. A. Bradley, The American Frontier in Hawaii: The Pioneers 1789-1843 (Stanford Univ. Press 1942); S.
K. Stevens, American Expansion in Hawaii 1842-1898 (1945), Jos. Barber, Hawaii, Restless Rampart (New York 1941); E. H. Bryan, Amer. Polynesia and the Hawaiian Chain (Honolulu 1942); E.
G.Burrows, Hawaiians (London 1949); B. Clark, Hawaii, the 49th State (New York 1947); J. W. Coulter, A Gazetteer of theTerritory of Hawaii (Honolulu 1935); J. Hobbs, Hawaii: a Pageantof the Soil (Califomia 1935); A. W.
Lind, An Island Community. Ecological Succession in Hawaii (London 1938); Idem,Hawaii’s Japanese, an Experiment in Democracy (Princeton 1947); R. M.C. Littler, The Governance of Hawaii, a Study in Territ. Administration (Califomia 1929); S. D.
Porteous, Calabashes and Kings, an Introd. to Hawaii (Califomia 1945); A. P. Sharpe, Spotlight on Hawaii (London 1944).
Kunst
In de plastiek weerspiegelt zich duidelijk de invloed van de twee verschillende bevolkingsgroepen die na elkaar Hawaii bereikten. Aan de oudste groep moet worden toegeschreven de zeer simpele, statische, welhaast abstracte behandeling van de menselijke figuren. Immers, deze groep bereikte Hawaii, óf rechtstreeks van Micronesië uit, dan wel via westelijk Centraal-Polynesië, en het aan hen toegeschreven stijltype vertoont nauwe verwantschap met de plastiek uit Micronesië. In de 13de of 14de eeuw bereikte een nieuwe immigratiestroom Hawaii, ditmaal na een langdurig verblijf in oostelijk Centraal-Polynesië. Zij brachten met zich een stijltype, dat ondanks latere, plaatselijke ontwikkeling nog altijd duidelijke overeenkomst vertoont met de stijl van de Marquesas-eilanden en het eveneens vanuit dit gedeelte van Centraal-Polynesië bevolkte Nieuw-Zeeland (Maori’s). Deze stijl hecht grote waarde aan de uitvoering van het hoofd van de menselijke figuur, zozeer zelfs dat de verschillende onderdelen van het gezicht als het ware stereotiepe, decoratieve elementen worden van een hoofd van enorme afmetingen op een veel te klein lichaam.
Door deze grote belangstelling voor het hoofd bleef er weinig aandacht over voor de wijze waarop het lichaam werd uitgebeeld, waarbij de oorspronkelijke stijl uit Micronesië-westelijk Centraal-Polynesië nog bleef doorwerken. Er bestaat een nauw verband tussen stijltype en functie van de plastiek. De beelden in de oorspronkelijke stijl stellen huis- of familiegoden voor. Zij zijn betrekkelijk klein van formaat, en slechts zelden komen zij voor met het hoofd in de latere stijl. Deze latere stijl daarentegen wordt gevonden bij vaak zeer grote beelden, die een belangrijke rol vervulden in de staatsgodsdienst. Deze staatsreligie was langzamerhand dermate drukkend voor het gewone volk geworden, dat in 1819, op aandringen van een tweetal weduwen van Kamehameha I, de toenmalige vorst besloot de tabu’s te verbreken.
Bevrijd van de religieuze ban, vernielde daarop het volk de tempels en de talrijke beelden die zich daarin bevonden. Dit verklaart waarom er op het ogenblik slechts vijf beelden van groot formaat met het hoofd in de oostelijk Centraal-Polynesische stijl bekend zijn. Naast deze houten beelden waren in de staatsgodsdienst reusachtige figuren van vlechtwerk van veel belang. Zij waren geheel overdekt met kleurige veren. Ook hiervan was het hoofd zo afschrikwekkend mogelijk gemaakt. Men was in het algemeen zeer bedreven in verenwerk.
Beroemd zijn de verenmantels. Zij bestonden uit een zeer fijnmazig netwerk, in welks knopen kleine rode en gele veertjes werden bevestigd. Zwarte veertjes werden gebruikt voor het aangeven van de contouren. De mantels waren de staatsiekledij der vorsten, vooral tijdens veldslagen. Te zamen met helmen van vlechtwerk, eveneens overdekt met kleurige veertjes, vormden zij als het ware het vaandel dat de troepen aanvoerde. Ten slotte moeten de dekens van geklopte boombast worden genoemd, die met behulp van kleine stempeltjes versierd werden met geometrische motieven.
A. A. GERBRANDS
Lit.: W. T. Brigham, Hawaiian Feather Work, in Memoirs of the Bernice P. Bishop Museum, Honolulu, No 2 (igo6-’o9); Ideni, Ka Hana Kapa, the Making of Bark-cloth in Hawaii, in Memoirs of the Bemice P. Bishop Museum, Honolulu, No 3 (1911); R. Linton, P.
S. Wingert en R. d’Harnoncourt, Arts of the South Seas (New York 1946); H. M. Luquiens, Hawaiian Art (Honolulu 1931).