Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAVANA

betekenis & definitie

of Habana, ook La Havana of (San Christobal de) la Habana, hoofdstad van het eiland en de republiek Cuba en de voornaamste handelsstad van Midden-Amerika, ligt op 230 9' N.Br. en 82° 22' W.L. v. Gr. aan een grote tot 11 m diepe baai, met de Golf van Mexico verbonden door een 5 km lange, tamelijk nauwe ingang (360 m), die zich in drie armen splitst.

Aan de stad, die (1943) 659 883 inw. telt, sluiten zich de voorsteden Venado, Jesús del Monte, Luyana, Puentes Grandes, Marianao, Guanabacoa en Regla aan. Te zamen met de onmiddellijke omgeving telt Havana ca 1 000 000 inw., d.i. 20 pct van de totale bevolking van Cuba. Ca 70 pct van de bevolking bestaat uit blanken. Er zijn Amerikanen, Centraaleuropeanen, Spanjaarden, Joden, Chinezen, enz. Het klimaat is aangenaam (gem. jaartemp. 25 gr. C.); speciaal de wintermaanden (22-24 gr.) trekken veel toeristen, van wie 90 pct uit de V.S. afkomstig is.

Midden Sept. eind Oct. is de tijd van de wervelstormen, de beruchte hurricanes. De sanitaire toestanden zijn tijdens het Amerikaanse bewind (1898-1902) grondig verbeterd, de gele koorts eiste destijds vele slachtoffers. De stad heeft ruime en fraaie boulevards (avenida’s). Aan de Plaza de Armas staan de in 1724 in Oudspaanse stijl gebouwde kathedraal, waarin van 1794-1899 het stoffelijk overschot van Columbus rustte, de kleine kapel (El Templete), ter herinnering aan de eerste mis, die hier na de ontdekking van het eiland onder een enorme ceiba (katoenboom) werd opgedragen en het paleis van de president. Verder verdienen vermelding het capitool, de beurs, de Tacon-schouwburg, het oude stadhuis en het paleis van de (R.K.) bisschop. Havana heeft bovendien vele fraai aangelegde parken.

Duidelijk blijkt de strategische positie, die de stad in de 17de eeuw innam („sleutel tot de nieuwe wereld en bolwerk van West-Indië”), uit de vele Spaanse kastelen, die de stad omringen. Een grote, uit 1832-37 daterende waterleiding voorziet Havana van water. Men vindt er, behalve de regeringsgebouwen en het Hooggerechtshof van Cuba, een belangrijke universiteit, in 1721 door de Dominicanen opgericht, een aantal middelbare scholen enz.; voorts een grote bibliotheek, een botanische tuin, schouwburgen en een arena voor stierengevechten. Er is een druk spoorwegveer op Key West (Florida), dat in 6 uur de treinen overbrengt; plannen bestaan voor eenzelfde veer op New Orleans. Vele scheepvaartlijnen doen Havana aan, het is ook een knooppunt van luchtvaartdiensten (luchthaven Rancho Boyeros) en van de Cubaanse spoorwegen, waarvan de belangrijkste de 970 km lange lijn Havana-Santiago is. Havana ligt ook aan de grote autoweg (Pan-American Highway), die van Pinar del Rio in het W. naar Santiago in het O. loopt.

De stad heeft een groot radiostation en belangrijke industrieën (sigaren en sigaretten, textiel, conserven, schoenen en leder, cement, stenen en andere bouwmaterialen, brouwerijen, verffabrieken, zeep, pharmaceutische artikelen, parfums, cosmetica, rubber, papier, metaal), alsmede een scheepswerf. De handel is vooral op Noord-Amerika gericht. Drie vierde van de invoer van Cuba gaat over Havana evenals een groot deel van de uitvoer. Ingevoerd worden vooral: vlees en vis, steenkolen, olie, levensmiddelen en dranken, machinerieën, auto’s, chemische producten en ertsen; de uitvoer omvat vooral suiker en melasse, tabak, sigaren, sigaretten, koffie, honing, was, rum, vruchten en mineralen. Het havenverkeer bedraagt per jaar 2500 à 3000 schepen met 5 à 7 millioen netto reg. ton.Havana werd in 1515 door Diego Velasquez dicht bij de tegenwoordige haven Baracoa gesticht, doch daar deze streek zeer ongezond was, werd de stad in 1519 naar haar tegenwoordige plaats verlegd. In de 17de eeuw kreeg zij een grote commerciële en strategische betekenis. De Spanjaarden maakten Havana tot stapelplaats voor al hun Amerikaanse bezittingen en tot verzamelpunt der vloten, die de edele metalen uit Peru en Mexico naar Europa brachten. Herhaaldelijk werd de stad dan ook geblokkeerd door de Nederlanders, terwijl Franse en Engelse zeerovers de stad meermalen wisten te veroveren. Het laatst geschiedde dit door de Britten (14 Aug. 1762), die de stad echter bij de vrede van Parijs (1763) aan de Spanjaarden teruggaven. Hun heerschappij duurde tot 1898 (z Cuba, geschiedenis), w. VAN DE BUNT

Lit.: Barrasy Prado, La Habana (1925), z ook bij Cuba.

< >