Shakespeare’s beroemdste treurspel dat waarschijnlijk op een oer-Hamlet berust. De geschiedenis van Amleth komt het eerst voor in de Historia Danica van Saxo* Grammaticus (13de eeuw) en wordt door de Franse schrijver François Belleforest vrij vertaald in zijn Cent Histoires Tragiques (1559).
Het verhaalt van de gebroeders Feng en Horwendill, gouverneurs van Jutland. Horwendill huwt Gerutha, dochter van Rörik, de koning van Denemarken, en krijgt een zoon Amleth. Feng doodt Horwendill en huwt diens weduwe. Amleth, bang hetzelfde lot te ondergaan, doet alsof hij waanzinnig is. Na een mislukte poging Amleth in Engeland om het leven te laten brengen huwt deze de Engelse prinses en neemt wraak door het paleis in brand te steken en Feng te doden. Feng en de Engelse koning hadden elkander beloofd dat elk des anders dood zou wreken.
De koning nu stuurt Amleth naar de wrede Schotse koningin Hermuthruda, die al haar minnaars om het leven brengt; zij wordt verliefd op hem en hij keert ongedeerd terug. Later valt Amleth in een gevecht met Rörik’s opvolger.Het is niet zeker of Saxo’s verhaal op overlevering dan wel op geschreven bronnen berust maar er zou een IJslandse Amlodiof Amleth-sage bestaan, die dateerde uit de iode eeuw; ook moet hij bekend geweest zijn met het klassieke verhaal van Lucius Junius Brutus, terwijl er tevens overeenkomsten bestaan tussen dit verhaal en de Engelse legenden van Havelok, Horn en Bevis of Hampton. Andere Scandinavische versies zijn de Hrolfsaga Kraka, de IJslandse Ambales Saga uit de 17de eeuw en de volksvertelling van Brjam, opgetekend in 1707. De geschiedenis van Hamlet werd in Engeland reeds in 1587 of 1589 opgevoerd.
Shakespeare heeft voor zijn treurspel echter slechts de ruwe omtrekken van het verhaal der oer-Hamlet gebruikt.
Lit.: Saxo Grammaticus, Danish History, met inl. van O. Elton (1894); J. Schick, Corpus Hamleticum (1913-'15); The literary History of H., uit Angl. Forschungen, 59 (1923); I. Gollancz, The Sources of H. (1926); A. A.
Raven, A Hamlet Biography and Reference Guide (1936); R. Walker, The Time is out of Joint (1948).