Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HABAKUK

betekenis & definitie

(de naam betekent in het Akkadisch een tuingewas) is volgens de overgeleverde volgorde der bijbelboeken de achtste der „kleine” profeten. Hij treedt op in een sombere tijd van onrust en verwarring, waarschijnlijk in de laatste decenniën vóór de ondergang van het Assyrische rijk (dus vóór 612 v.

Chr.), toen de Chaldeeën, verbonden met de Meden, en andere „grimmige en onstuimige” volken de vreedzame landen met de ondergang bedreigden (vgl. Hab. 1 : 6). In dit gevaar zal slechts de rechtvaardige door zijn geloof blijven leven : een woord, waaruit in het N.T. diep ingrijpende gevolgtrekkingen voor de leer der rechtvaardigmaking worden afgeleid (Hab. 2:4; vgl. Rom. i : 17; Gal. 3:11; Hebr. 10 : 38). Het laatste van de drie hoofdstukken bevat (in de vorm van een visioen) een hymne, waarin in hooggestemde eschatologische bewoordingen de verschijning van de God van Israël ter uitredding van het verdrukte volk wordt beschreven.F. M. TH. DE LIAGRE BÖHL

Lit.: G. Smit, De profetie van Habakuk (Utrecht 1900); D. J. van Katwijk, De profetie van H. (1912); P. Humbert, Problèmes du livre d’Habacuc (Neuchâtel 1944).

< >