Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Gustaf Hermann DALMAN

betekenis & definitie

Protestants theoloog en archaeoloog (Niësky 9 Juni 1855 Herrnhut 19 Aug. 1941), groot kenner van Palestina, voortgekomen uit de kring van de Herrnhutterse Broedergemeente, werd 1881 docent in Gnadenfeld, daarna docent en (1895) buitengewoon hoogleraar te Leipzig, was van 1902-1917 directeur van het Duits-Evangelisch Instituut voor Oudheidkunde te Jeruzalem, daarna gewoon hoogleraar te Greifswald en directeur van een naar hem genoemd Palestina-Instituut. Hij legde zich toe op de studie van de Aramese taal, en wel vooral op het Joods-Palestijns dialect, èn op een grondig onderzoek van de natuur, cultuur en historie van het Heilige Land, dat hij naar alle kanten had doorkruist, waarbij hij de zeden en gebruiken van de Arabische landbevolking nauwkeurig had waargenomen.

Bibl.: Der leidende und sterbende Messias (1888); Jesaja 53 (2de ed. 1914); Grammatik des jüdisch-paläst. Aramäisch (2de ed. 1905); Aramäische Dialektproben (2de ed. 1927); Aramäischneuhebräisches Wörterbuch (2de ed. 1922); Worte Jesu (I 1898, herdr. 1930); Palästinischer Diwan (1901); Petra (1901); Neue Petraforschungen (1912); Orte und Wege Jesu (3de ed. 1924); Hundert d. Fliegerbilder aus Palästina (1925); en het hoofdwerk: Arbeit und Sitte in Palästina, in 7 dln (Gütersloh 1928-1942). Hij redigeerde o.a. het Palästina-Jahrbuch.

< >