Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GUSTAAF (Zweden)

betekenis & definitie

naam van verscheidene koningen van Zweden (z Wasa en Gottorp).

Gustaaf I,

koning van Zweden (ca 1495 - Stockholm 20 Sept. 1560), uit het huis Wasa. Hij was één der jonge Zweedse edelen die de Deense koning Christiaan II in 1518 met zich voerde naar Kopenhagen, ontsnapte het jaar daarop uit de gevangenschap, vluchtte naar Lübeck, dat weigerde hem uit te leveren. In 1520 keerde hij naar Zweden terug en trachtte tevergeefs de boeren in Götland tot opstand te bewegen. Daar vernam hij, dat zijn vader Erik Johansson en verscheidene bloedverwanten en vrienden, allen tot de vaderlandse partij der Stures* behorende, door de Deense koning in Stockholm waren terechtgesteld. Hij begaf zich nu als boer verkleed naar Dalarna, waar hij in den beginne weinig aanhang vond; evenwel, na 1521 nam het aantal zijner aanhangers toe, vele edelen kozen zijn partij. Deense troepen werden verslagen.

In 1523, na de vlucht van Christiaan II naar de Nederlanden, koos de Rijksdag hem tot Rijksbestuurder. Wat hem ontbrak, geld en een zeemacht, verschaften hem de Christiaan II allerminst welgezinde Hanzesteden. Vóór een na diens vlucht nieuwgekozen Deense koning aanspraken kon doen gelden, verhief in 1523 de Rijksdag te Strängnäs Gustaaf Wasa tot de koninklijke waardigheid. Stockholm, geruime tijd hardnekkig door de Denen verdedigd, moest zich kort nadien overgeven, op St Jansavond 1523. De beide belangrijke gebeurtenissen onder zijn regering waren het reces van de Rijksdag te Westerås in 1527, dat de kerkelijke goederen seculariseerde en het besluit van de kerkvergadering te Örebro in 1529, dat de Zweedse kerk reformeerde in Lutherse zin. Overigens is zijn lang bestuur rijk geweest aan conflicten.

Herhaalde opstanden van de boeren, die hem kerkroof verweten: klokken moesten dienen tot aflossing der schuld aan de Hanze, en van de adel, en oppositie van de op haar onafhankelijkheid gestelde Lutherse geestelijkheid heeft hij onderdrukt; dreigende gevaren: de terugkeer van Christiaan II uit de Nederlanden en een in verband daarmede tot stand gekomen alliantie tussen de Lübeckers en de Deense boeren en burgers onder leiding van de Oldenburgse graaf Christoffel (de zgn. Gravevete, z Denemarken, geschiedenis) heeft hij bezworen door zich te verbinden met de Deense koning Christiaan III en te zamen met deze de macht der Hanze te bestrijden, wier hulp Zweden in benarde jaren zo duur had moeten kopen. Zijn positie werd zo sterk, dat de Rijksdag in 1544 de koninklijke waardigheid in zijn geslacht erfelijk verklaarde.

Hèm is gelukt, wat Bonde* en de Stures* niet vermochten tot stand te brengen: het nationaal gevoel te wekken bij alle Zweden zonder onderscheid van stand en rang en hen aan te vuren tot een gemeenschappelijke strijd tegen de Deense overheersing; tevens bezit en inkomsten der kroon te vergroten en administratie en weermacht te verbeteren.

Lit.: Koning Gustaaf I, Brev, Ett urval, uitg. N. Edén (1917) ; G. Jacobson, Gustav Vasa (1923).

Gustaaf II Adolf,

Zwedens meest vermaarde koning (Stockholm 9 Sept. 1594 - Lützen 6 Nov. 1632), was evenals Karel X en Karel XII een figuur van internationale betekenis. Hij heeft zich vooral verdienstelijk gemaakt als legeraanvoerder in de strijd tegen de aartsvijanden Denemarken, Polen en Rusland en voor de door de keizer c.s. bedreigde Protestantse vorsten. Gevoeglijk kan dan ook verwezen worden naar de beschrijving dier Europese conflicten, die bekend zijn als Noordse en Dertigjarige Oorlog(en). Te vermelden vallen de gunstige vredesverdragen met Denemarken en Rusland in 1613 en 1617, de telkens verlengde wapenstilstand met Polen, die Zweden het bezit van Lijfland waarborgde en de bezetting van Pruisische vestingen, maar vooral de expeditie naar Pommeren, in 1630, die eindigde met ’s konings dood op het slagveld bij Lützen (6 Nov. 1632).

Lit.: Koning Gustaaf II Adolf’s Tal och Skrifter, uitg. G. Hallendorff (1915); G. Wittrock, G. A. (1930); J. Paul, G.

A., 3 dln (1927-1932); Otto Westphal, G. A. und die Grundlagen der schwedischen Macht (1932) .

Gustaaf III,

koning van Zweden (Stockholm 24 Jan. 1746 - 16 Mrt 1792). Vóór Gustaaf III Parijs, waar hij bij het overlijden van zijn vader Adolf Frederik vertoefde, verliet, had hij zich verzekerd van de instemming van de Franse regering met zijn plannen de regeringsvorm van 1720 (z Zweden, geschiedenis) te veranderen, plannen welke ook Frankrijk ten voordeel zouden strekken, dat de banden met Zweden wilde versterken en de invloed wilde keren van de Hohenzollerns, de Russen en hun in de oppermachtige Rijksdag heersende vrienden: de Mutsen. 19 Aug. 1772 nam Gustaaf III de Rijksraad gevangen en enige dagen later verzocht hij de vier vergaderde Standen van de Rijksdag een nieuwe regeringsvorm goed te keuren, die de koninklijke macht aanzienlijk vergrootte. De verhouding tot Rusland vooral was in de eerste jaren na 1772 uiteraard precair. Tot een oorlog kwam het toen nog niet. En tijdens de Amerikaanse Vrijheidsoorlog verbeterde de verstandhouding: beide landen sloten met het tweelingrijk een overeenkomst tot handhaving van hun onzijdigheid. Eerst in 1787, toen de Russen, als in 1772, in een oorlog met de Sultan waren gewikkeld, vielen de Zweden aan.

De veldtocht mislukte door muiterij van Zweedse officieren. Een oorlogsverklaring van de oude vijand Denemarken redde de koning evenwel. Zij wekte grote geestdrift, vooral onder de boerenbevolking van Dalarna; een aanval uit het Z. werd met succes afgeslagen en Engeland bemiddelde een vrede. Op de Rijksdag van 1789 waagde hij een tweede staatsgreep, die zijn macht opnieuw versterkte. De strijd tegen Rusland werd voortgezet. Maar de vrede van 1790 bracht niet de zo vurig gehoopte voordelen.

De ijdele vorst bezat geen grote gaven als militair en regent, en zijn belangstelling, althans in economische en financiële vraagstukken, was uiterst gering; vooral in de kringen van de talrijke en hoogontwikkelde adel, die tot dan toe uitsluitend het recht had bezeten ambten te bekleden, ontstond een verbitterde oppositie. Een overigens allerminst gunstig individu, de oud-officier Anckarström, verwondde de koning dodelijk op een bal masqué in de opera (1.6 Mrt 1792). Als vervaardiger van opera-libretto’s had hij enige verdienste, maar was ook als zodanig niet vrij te pleiten van snobisme. Het is de door hem opgerichte Zweedse Academie, die nog steeds de Nobelprijs voor letterkunde uitreikt.

Bibl. : Œuvres politiques, littéraires et dramatiques, 1-4 (1802-1805), uitg. Dechaux, Efterlemnade papper, 3 dln (1843-1844), uitg. Geyer.

Lit.: H. Schück, G. III (1904) ; L. Stavenous, G. III (2de dr., 1910); A. Söderhjelm, Sverige och den franske revolutionen (1920).

Gustaaf IV Adolf,

koning van Zweden (Stockholm 1 Nov. 1778 - St Gallen 1 Febr. 1837), in 1809 afgezet. Ondanks voortreffelijke eigenschappen: zuinigheid en plichtmatigheid was de jeugdige vorst niet opgewassen tegen de ontzaglijke moeilijkheden, die Zweden had te doorstaan tijdens de Napoleontische oorlogen. Hij was een vurig tegenstander van de révolutionnaire beginselen en beschouwde Napoleon I als de Antichrist. In 1806 had hij zich aangesloten bij de vierde Coalitieoorlog tegen Frankrijk en bleef na de vrede van Tilsit, die een verzoening tussen de tsaar en Napoleon I tot stand bracht, de Engelse bondgenoot trouw. Op aanstoken van Frankrijk verklaarden toen beide aartsvijanden van Zweden, Denemarken en Rusland, Zweden de oorlog. Een aanval uit het W. werd verhinderd, doordat de Engelsen de Deense vloot onschadelijk maakten, maar in 1808 veroverden de Russen Finland en de Finse Stenden erkenden de tsaar als grootvorst.

Voor die catastrophe heeft de grote meerderheid van het Zweedse volk, niet het minst de adel, die zich reeds jarenlang had verzet tegen de groeiende macht van het koningschap, dat bij de regeringsaanvaarding van Gustaaf IV nagenoeg absoluut was, de vorst verantwoordelijk gesteld. In het voorjaar van 1809 rukte Adlersparre, commandant van een leger aan de Noorse grens, na door geheime onderhandelingen met de Deense opperbevelhebber in Noorwegen, hertog Christian August van Augustenburg, zich er van verzekerd te hebben, dat diens troepen niet inmiddels tot de aanval zouden overgaan, naar Stockholm op; beide partijen hoopten, dat Gustaaf IV’s verdwijnen zou leiden tot vrede, en de Zweden, dat Christian August zou worden geadopteerd door Gustaaf IV’s oom, de hertog van Södermanland, Karel, diens aangewezen opvolger. Om de koning te beletten zich naar het leger in Skaane te begeven en vandaar wellicht een burgeroorlog te ontketenen, arresteerden enkele officieren hem in de hoofdstad en kort nadien verklaarde de Rijksdag Gustaaf van de troon vervallen en proclameerde men diens oom tot koning: Karel XIII. Met zijn gezin werd de afgezette vorst naar Duitsland overgebracht. Zijn echtgenote begaf zich naar haar land, Baden, terug; hij zwierf nog jarenlang in Europa rond, zich noemend kolonel Gustafsson, ondersteuning weigerend, een beklagenswaardige figuur, te meer omdat velen de wettigheid van zijn geboorte betwijfelden. Zijn oudste zoon — een tweede was reeds in 1805 overleden — trad in Oostenrijkse dienst en ontving van de keizer de titel „prins van Wasa”.

DR W. VAN EEDEN

Lit.: Mémorial du colonel Gustafsson (1829); S. Glason, Gustaf IV Adolf (2de dr., 1913) ; C. H. Trolle, Overste Gustafsson (1923) ; H. Lundh, G. IV Adolf och Sveriges utrikespolitik 1801-1804 (1926).

Gustaaf V,

zoon van Oskar II (kasteel Drottningholm 16 Juli 1858 - Stockholm 29 Oct. 1950), besteeg de Zweedse troon in 1907. Daarvóór was hij (1884-1891) onderkoning van Noorwegen geweest. Door een democratische houding slaagde hij er in, de populariteit van het Zweedse koningschap te herstellen. In 1914 nam hij het initiatief voor samenwerking der drie Skandinavische rijken ter handhaving van hun neutraliteit. In 1939 belegde hij te Stockholm een bijeenkomst met de koningen van Denemarken en Noorwegen en de president van Finland, ten einde ook in Wereldoorlog II de neutraliteit der Skandinavische landen te handhaven; thans lukte echter dit slechts t.a.v. Zweden zelf.

Gustaaf V trad in 1881 in het huwelijk met prinses Victoria van Baden (gest. Rome 4 Apr. 1930). De koning was tot op hoge leeftijd een hartstochtelijk tennisspeler en jager. Van alle Europese souvereinen der laatste eeuwen heeft hij de hoogste leeftijd bereikt.

Gustaaf VI Adolf,

zoon van Gustaaf V (Stockholm 11 Nov. 1882), besteeg de troon in 1950. Als kroonprins huwde hij op 15 Juni 1905 prinses Margareta Victoria van Groot-Brittannië, dochter van de hertog van Connaught (gest. 1 Mei 1920). Uit dit huwelijk werden vier zoons en een dochter geboren. Op 3 Nov. 1923 trad Gustaaf Adolf voor de tweede maal in het huwelijk, thans met Lady Louise Mountbatten. De koning is een verdienstelijk archaeoloog. Zijn oudste zoon, Gustaaf Adolf, kwam door een vliegramp met een K.L.M.-Dakota boven de Deense luchthaven Kastrup om het leven (26 Jan. 1947). Diens enige zoontje, Karel Gustaaf (geb. 1946;, is thans kroonprins.

< >