streven van die leden van het Frankforter* Parlement (1848-1849), die een oplossing van de Duitse kwestie hierin zochten, dat Oostenrijk lid bleef van de Duitse Bond. Deze oplossing vooronderstelde een federalistische oplossing van het vraagstuk der politieke reorganisatie van de Donaumonarchie; toen von Schwarzenberg dus zijn unitaristische grondwet aan de Donauvolkeren oplegde, was zij onmogelijk geworden.
In de jaren ’60, toen Oostenrijk de liberale weg scheen op te gaan en naar hervorming van de Duitse Bond streefde, terwijl Bismarck in Pruisen juist een scherp-reactionnaire koers volgde, leefde de Groot-Duitse richting weer op. Ook na 1870 bleven veel Groot-Duitsers invloed uitoefenen speciaal in het R.K. Centrum en onder de Duits-Oostenrijkers. Na 1918 leefde de Groot-Duitse gedachte voort in de „Anschluss”beweging (z Anschluss).Lit.: E. Brandenburg, Die Reichsgründung (2de dr., 1923); Andreas, Die Wandlungen des groszdeutschen Gedankens (1929); Kaindl, Oesterreich, Preuszen, Deutschland. Deutsche Gesch. in groszdeutscher Beleuchtung (1926); Von Palier, Der groszdeutsche Gedanke (1928).