Volgens de Nederlandse Mijn-wetgeving vallen zowel de ontginningen van bouwsteen, zandsteen, hardsteen, lava, bazalt, mergel, kalksteen, zanden, klei e.d. als die welke geschieden aan de open lucht en die welke plaatsvinden met behulp van onderaardse galerijen onder dit begrip. Ontginningen aan de openlucht van kolen of erts worden ook tot de groeven gerekend o.a. die van bruinkool.
De machines zowel voor de winning als voor de wegruiming van bedekkend materiaal zijn steeds groter en krachtiger geworden. Een paar voorbeelden mogen toelichten, hoe begrijpelijk dit is. In Midden-Duitsland wordt alleen in open groeven jaarlijks 150 miljoen ton bruinkool gewonnen, waarvoor tegenwoordig 450 miljoen m3 waardeloze bedekkende grond moet worden verplaatst. In één enkele open groeve voor de winning van ijzererts in het Mesabi-district (Lake Superior, V.S.) werd in 1940 10,4 miljoen gewonnen.In Nederland zijn de onderaardse groeven in Zuid-Limburg zeer bekend (Pietersberg bij Maastricht, grotten in het Geuldal), die ontstaan zijn door de winning van bouwsteen en waaruit ook kalk voor kalkbranderijen is gehaald.
IR J. BAKKER