In de mechanica noemt men het aantal noodzakelijke coördinaten, waardoor de stand van een gegeven stoffelijk stelsel bepaald kan worden, en dus het aantal (enkelvoudige) gegevens, dat voor die bepaling vereist is, het aantal graden van vrijheid van dat stelsel. Zo is de stand van een physische slinger op een gegeven ogenblik bepaald door één grootheid, nl. door de hoek met de verticaal; de physische slinger is dus een stoffelijk stelsel van één graad van vrijheid.
Een staaf, die zich in een plat vlak beweegt, terwijl één uiteinde gedwongen is om zich langs een rechte lijn te bewegen is een voorbeeld van een stelsel van twee graden van vrijheid. Wanneer de staaf zich vrij in het vlak kan bewegen, hebben we met een stelsel van drie graden van vrijheid te maken.