is een goudachtig metaalpoeder, dat beperkt gebruik vindt in de verfindustrie (schildersgoud). Tegenwoordig wordt dit poeder niet van goud, maar van koper of koper-alliages bereid.
Kort voor het gebruik wordt het poeder met een lak of vernis gemengd en daarna met de kwast of door spuiten op het te behandelen voorwerp gebracht. Met het oog op het gevaar van verkleuring en gelatinering wordt de gerede verf meestal direct gebruikt. Echt goudbrons (fijngemaakt bladgoud) wordt slechts voor artistieke doeleinden gebruikt. Zgn. musiefgoud is gekristalliseerd tin-sulfide, dat door verhitten van tin, kwik, zwavel en chloorammonium wordt verkregen.
Het vormt goudgele, hexagonale plaatjes en is bestendig tegen zuren. Het wordt voor het vergulden en bronzeren van allerlei voorwerpen gebruikt.Lit.: K. A. Hofmann en U. R.
Hofmann, Anorganische Chemie (Braunschweig 1943); Noel Heatcn, Outlines of Paint Technology (London 1947).