vorstelijk graafschap en kroonland der Oostenrijks-Hongaarse monarchie, was met het markgraafschap Istrië en de stad Triëst tot één provincie, het Oostenrijks-Illyrisch Kustland, verenigd. Het graafschap is grotendeels bergachtig; de Isonzo is de voornaamste rivier.
Bijna ¾ der bevolking was Slavisch, de overige inw. waren grotendeels Italianen. Het graafschap had een afzonderlijke Landdag. In oude tijd behoorde dit land tot Illyricum, doch in de nde eeuw werd het tot een graafschap verheven en erfelijk toegekend aan de graaf van Tirol. In 1500 echter verviel het graafschap aan het Huis Oostenrijk.
In 1809 werd het aan Frankrijk afgestaan, maar door de slotacte van het Wener Congres keerde het tot Oostenrijk terug tot 1919, toen het aan Italië werd toegewezen (z Gorizia).