(Alvarez de Faria Rios Sanchez Zarzoza) Manuel, prins de la Paz en van Basano, hertog van Alcudia en Sueca, Spaans staatsman (Badajoz 12 Mei 1767 Parijs 4 Oct. 1851), studeerde in zijn geboorteplaats (zijn vader was een edelman van matig fortuin) en trad vervolgens toe tot de lijfgarde des konings. Door zijn ontwikkeling en om zijn goede manieren was hij zeer gezien aan het hof en vooral bij Louise Maria van Parma, gemalin van Karel IV.
Door haar toedoen werd hij in 1791 bevelhebber der lijfgarde, in 1792 generaal en in hetzelfde jaar eerste minister. Hij gaf vele bewijzen van bekwaamheid als zodanig. Ook in de oorlog met het republikeinse Frankrijk, veroorzaakt doordat Godoy, in overeenstemming met zijn monarchale gevoelens, het opgenomen had voor Lodewijk XVI, maakte onder zijn leiding Spanje geen slecht figuur. Toen in 1795 de niet ongunstige vrede van Bazel de oorlog beëindigde (Spanje verloor alleen San Domingo) verwierf hij de titel van „Vorst des Vredes” (Principe de la Paz), grote landgoederen en de waardigheid van grande.
In 1796 sloot hij een verbond met Frankrijk om bescherming te hebben tegen de moeilijkheden, die de Engelse vloot aan de Spaanse handel berokkende. Een oorlog met Engeland volgde en hierin bleek de zwakte van Spanje duidelijk, zodat het geheel van Frankrijk afhankelijk werd. Zijn anti-clericale politiek gaf hem vele vijanden, terwijl thans zijn persoonlijk leven veel aanstoot wekte (zijn dubbel huwelijk, verhouding tot de koningin, grote rijkdom). Hij werd in 1798 ten val gebracht, maar behield al de invloed aan het hof en herwon, nadat het Directoire in Frankrijk door Bonaparte was vervangen, zijn oude macht.
In 1801 werd hij weer eerste minister. In de oorlog tegen Portugal (1801) werd hij belast met het opperbevel van het leger, en nadat hij in hetzelfde jaar het verdrag van Badajoz tot stand gebracht had, werd hij tot generalissimus der Spaanse landen zeemacht en tot groot-admiraal van Castilië verheven. Toen in 1803 de oorlog tussen Engeland en Frankrijk opnieuw ontbrandde, had hij bij verdrag met Frankrijk Spanje’s neutraliteit bedongen, maar de Britten vermeesterden enige schepen in de haven van Cadiz en het gevolg was, dat Spanje toch meedeed, wat het op het verlies van de vloot in de slag bij Trafalgar (1805) te staan is gekomen. Toen vervolgens Napoleon steeds machtiger werd, wilde hij Godoy gebruiken en deze onderhandelde met de keizer, die hem zelfs een deel van Portugal en aan de koning de troon van Napels aanbood.
Toen deze aan Jozef Bonaparte kwam, richtte Godoy zich in een proclamatie tegen Napoleon, waarom Karel IV hem verloochende. Ondertussen bleef hij in nauwe relatie met de koninklijke familie, en terwijl Franse troepen Spanje bezetten, opperde hij het plan naar Amerika te vluchten. Een heftig oproer te Aranjuez (Mrt 1808) was vooral tegen hem gericht. Hij werd gearresteerd en door Murat bevrijd, die hem naar Bayonne zond, waar Karel IV en kroonprins Ferdinand, beiden afstand deden van de troon, die nu door Jozef Bonaparte bezet werd, maar hij ging verder met zijn dubbel spel.Godoy vertrok met Karel IV en zijn gemalin naar Rome en bleef steeds bij hem in ballingschap. Ten slotte vestigde hij zich in Parijs, waar hij in zeer moeilijke omstandigheden leefde en zich bezighield met het schrijven van zijn mémoires. Eindelijk in 1847 schonk Isabella hem genade: zijn ballingschap werd opgeheven en hij werd hersteld in al zijn titels, behalve in die van Vorst des Vredes en groot-admiraal. Hij bleef echter in Parijs wonen.
DR H. A. ENNO VAN GELDER
Lit.: Memorias criticas y apologéticas para la historia de Ia reinado del Sr. D. Carlos IV de Borbón, 5 dln, Madrid 1836-’38, ook vertaald in Eng. en Frans; Ovilo y Otero, Vida politica y militar de don Manuel Godoy, 1844; Miguel S. Oliver, La desventura de Godoy, 1919; H.
R. Madol, G. (1931).