Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GODEBOLD

betekenis & definitie

24ste bisschop van Utrecht (1114 12/13 Nov. 1127), was vermoedelijk v ór zijn verkiezing proost van St Jan te Utrecht. Reeds in 1116 behoorde hij tot de tegenstanders van de keizerlijke politiek.

In 1119 verkreeg hij van paus Calixtus II het voorrecht een mijter te mogen dragen, welk voorrecht tevens voor zijn opvolgers gold. Toen keizer Hendrik V in 1122 het Pinksterfeest te Utrecht vierde, ontstond er een strijd tussen de keizerlijken en de dienstmannen des bisschops, welke met de gevangenneming van Godebold eindigde. Kort daarop (2 Juni) bevestigde de keizer het gewoonterecht dat Godebold aan de bewoners van Utrecht en Muiden geschonken had.Lit.: C. Pijnacker Hordijk, Lijsten van Utrechtsche prelaten vóór 1300 (Groningen 1911), blz. 28-29, R. R. Post, Geschiedenis der Utrechtsche bisschopsverkiezingen tot 1535 (Utrecht 1933), blz. 16-20.

< >