Italiaanse vorm van Waiblingen, was in de middeleeuwen, sedert de 12 de eeuw de partijnaam van de aanhangers des keizers, terwijl de Guelfen of Welfen zich aan de zijde schaarden van de paus. De naam is afkomstig van de Hohenstaufse burcht Waiblingen in het Remsdal, en duidde oorspronkelijk de partijgangers van de Hohenstaufen aan, tegenover die van de hertogen van Saksen en Beieren.
De onderscheiding Ghibellijnen en Guelfen komt het eerst voor onder keizer Koenraad III, en in Italië sedert Frederik Barbarossa, vooral echter pas in de 13de eeuw. De bloedige worsteling tussen die twee partijen, die vooral in Opper-Italië hevig en langdurig was en de burgers van nagenoeg alle steden in spanning en verbittering hield, duurde niet alleen voort tijdens de regering van het Huis Hohenstaufen, maar gedurende de gehele middeleeuwen, en de partijnamen, ofschoon in 1334 door paus Benedictus XII op straffe van ballingschap verboden, bleven in Italië nog bestaan, toen zij in Duitsland reeds lang waren vergeten. De naam was trouwens reeds onder Frederik II niet meer een aanduiding van keizerlijk of pauselijk (Hohenstauf of Welf), maar achter de namen verschuilden zich de partijen in de steden en de groepen, die om allerlei particuliere grieven met elkaar streden (z Dante). Het symbool of onderscheidingsteken der Ghibellijnen was een witte roos of een rode lelie, dat der Guelfen een adelaar, die een blauwe draak met de klauwen vaneen scheurt.