horarium, gebedenboek voor leken, vooral gebruikt gedurende de 15de-! 6de eeuw. Behalve de getijden van O.L.
Vrouw, van het H. Kruis, die der overledenen en van bepaalde heiligen, bevat het bijna altijd de zeven boetpsalmen, de litanieën der heiligen, uittreksels uit het Evangelie, alsmede de populairste gebeden van de middeleeuwen.De artistieke tooi der getijdenboeken in handschrift bestaat uit randversieringen bij de af-
zonderlijke maanden van het calendarium, waar soms uitvoerige miniaturen de werken van boeren en edellieden in beeld brengen. Bij de uittreksels uit de evangeliën staan kleinere voorstellingen van de vier evangelisten. Bij het begin der afzonderlijke officies vindt men gewoonlijk miniaturen, die gebeurtenissen uit het leven van Christus en Maria in beeld brengen, bij het dodenofficie een voorstelling van een lijkdienst, bij de litanie en de gebeden tot de heiligen afbeeldingen van laatstgenoemden en van Maria. Een voorstelling van het Laatste Oordeel zal zelden ontbreken.
Bij rijkere exemplaren vindt men talloze versierde initialen in de tekst en randversieringen op elke pagina. Deze laatste worden gevormd door bladerof bloemenranken, waarin niet zelden allegorische of satirische figuurtjes, dieren, voorstellingen van profane, hoofse, of legendarische aard verweven zijn. Van het midden der 14de eeuw af zijn de Franse en Zuidnederlandse getijdenboeken ware juweeltjes van verluchtingskunst (Tres riches heures du duc de Berry, Trés belles heures du duc de Berry, zgn. Heures de Turin, etc.). In de Noordelijke Nederlanden was vooral Utrecht een centrum waar talloze getijdenboeken werden geschreven en verlucht, speciaal in de 15de en vroege 16de eeuw.
In Frankrijk vervaardigde men al vroeg rijk versierde, op perkament of papier gedrukte getijdenboeken. In de 15de eeuw zijn Antoine Vérard (van 1487 af), Philippe Pigouchet, Simon Vostre en Thielman Kerver de voornaamste drukkers en uitgevers dezer getijdenboeken, die nog geheel het karakter der manuscripten trachten te imiteren en vaak met goud en kleuren verlucht worden. De latere, die een renaissancistisch karakter krijgen, verloochenen hun typografische aard niet langer (Geoffroy Tory, Guyot Marchand etc.). In de Nederlanden werden getijdenboeken gedrukt te Gouda, Leiden en elders.
Zij zijn veel soberder dan de Franse.
PROF. DR J. J. M.
TIMMERS.