(Petrus Maria), Nederlands letterkundige en literatuurhistoricus (Arnhem 25 Jan. 1902), studeerde Nederlandse letteren aan de R.K. Leergangen te Tilburg.
Hij was hoofdredacteur van „Roeping” van 1922 tot de opheffing tijdens de Duitse bezetting. Sinds Kerstmis 1944 is hij hoofdredacteur van het weekblad „De Nieuwe Eeuw”. Hij is de auteur van talrijke literair-historische en cultuur-historische studies. Zijn voornaamste werk is het Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandse Letterkunde (3 dln, 1948-’50). Hij heeft veel bijgedragen tot de culturele emancipatie van het Z. van Nederland.Bibl.: Bezuiden de Moerdijk, Problemen en Verschijnselen (1929) ; Vanuit wingewesten. Een sociografie van het Zuiden (1930) ; De mythe Nederland (1932); Bouwers aan eigen cultuur. Letterkundige figuren (1934); Inleiding tot de Ned. Letterkunde, met bloemlezing (2 dln, i937-39); Pieter van der Meer de Walcheren. Leven en Werk (1940, herdr. 1950); Van zwervers en vagebonden (1948).
