(Augustus), Iers romanschrijver en essayist (Ballyglass, Mayo, 24 Febr. 1852-Londen 21 Jan. 1933), vertrok in 1873 naar Parijs om te leren schilderen. Toen bleek dat hij hiervoor geen aanleg had, begon hij te schrijven.
In Parijs had hij omgang met Mallarmé, Manet, Monet en Degas, en zijn eerste roman A Mummer's Wife (1885) stond sterk onder invloed van Zola. Zijn naam werd eerst gevestigd door Esther Waters (1894), een roman die het toen zo gewaagde thema van de ongehuwde moeder behandelt. Hij verdeelde zijn tijd tussen Ierland (hij had een warme belangstelling voor de herleving van het Gaelic) en Londen, waar hij lange tijd de leidende figuur in het literaire leven was. Het naturalisme heeft hij later losgelaten en sommige van zijn jeugdwerken herschreven zonder ze te verbeteren. Naast de Ierse roman The Lake (1905) behoort het Bijbelse verhaal The Brook Kerith (1916) tot zijn bekendste werk. Zeer leesbaar, maar wat de feiten aangaat niet altijd betrouwbaar, zijn de boeken over zijn eigen leven: de driedelige autobiografie Hail and Farewell (19 ii-’14), het half-autobiografische Memoirs of My Dead Life (1906) en Confessions of a Young Man (1888).Bibl. (voorn, werken): Flowers of Passion (1878); Pagan Poetry (1882); A Modern Lover (1883); Modern Painting (1893); Evelyn Innes (1898); Sister Teresa (1901); Avowals (1919); Heloise and Abelard (1921); Conversations in Ebury Street (1924); The Makings of an Immortal (1927); Aphrodite in Aulis (1930). Verzameld werk in The Ebury Edition ca 1937.
Lit.: J. A. Williams, Bibliography of the Works of G. M. (1921); J. Eglington, Irish Literary Portraits (1935); G. Goodwin, Conversations with G.
M. (1929); Frank Harris, Contemporary Portraits II (1919); Charles Morgan, Epitaph on G. M. (London 1935); W. B. Yeats, Dramatis Personae (London 1936); Fr. Netscher, in: De Gids, 1886, dl I; W. v. Maanen, in: De Gids, 1929, dl II; J.
M. Hone, The Life of G. M. (London 1936); G. Saintsbury, Coll. Essays, dl I (1923).