was de naam van een commissie, waaraan ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlandse gewesten soms de leiding van die buitenlandse zaken was opgedragen, waarbij geheimhouding bijzonder gewenst was. Zo werden de onderhandelingen met Elizabeth in 1585 en die over de Vrede met Spanje in 1607 aan geheime of secrete besognes toevertrouwd.
Langduriger was dit het geval na 1630 tijdens het stadhouderschap van Frederik Hendrik. Het telde negen tot elf leden, nl. één tot drie afgevaardigden ter Staten-Generaal voor Holland en een van ieder der overige gewesten, benevens de raadpensionaris van Holland en de griffier der Staten-Generaal. Leider van het Geheim (Secreet) Besogne was toen de stadhouder. Op deze wijze kwam de leiding der buitenlandse staatkunde, die vroeger in handen van de raadpensionaris was geweest, aan de stadhouder. Onder Johan de Witt werd de oude orde van zaken hersteld.
