Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

GALEI

betekenis & definitie

(1) uit de Oudheid stammend roeivaartuig, met hulpzeilvermogen, vnl. gebruikt als oorlogsschip in de Middellandse Zee. De galei bereikte haar hoogtepunt in de 16de eeuw (slag bij Lepanto, 1570), en bestond toen uit een lage, scherpgebouwde romp (afmetingen: 48 m lang, 6 m breed, 1 m diepgang, grootte ca 300 ton) met lange, boven water uitstekende scheg.

Ca 50 riemen, in één rij, en aan elke riem 3 tot 4 roeiers; de roeibanken schuin t.o.v. de langsrichting geplaatst en daartussen een gang voor de officieren en opzichters over de roeiers. Het geschut, totaal ca 10 stukken, op de voorplecht en in minder aantal op de achtersteven, kon alleen in de langsrichting vuren. Op het achterdek een opbouw met officiersverblijven e.d.; een tot drie masten met Latijnse zeilen. De bemanning telde 300 à 400 koppen, waarvan 60 bootsgezellen, 100 à 150 soldaten en 150 à 200 roeiers, de laatsten als regel gestraften of gevangenen (galeislaven), die naakt aan de banken werden geketend.Reeds zeer vroeg nl. heeft men misdadigers en ook aangekochte slaven gebruikt als roeiers in alle Italiaanse staten (galeislaven); in 1531 ging ook Frankrijk daartoe over en in 1561 werd daarop een ordonnantie door de koning uitgevaardigd; in 1564 werd alleen toegestaan iemand voor meer dan 10 jaar daartoe te veroordelen. Ook Spanje veroordeelde velen tot deze straf en daardoor werd zij ook in de Nederlanden tijdens Karel V en Philips II toegepast: vele Hervormden en deelnemers aan het verzet tegen Philips hebben hun leven op die wijze moeten slijten. In Frankrijk bleef zij bestaan tot het einde van de regering van Lodewijk XIV, toen de galeien alle betekenis verloren; in Italië tot de Franse Revolutie, die de straf ook pas officieel in Frankrijk afschafte. Men werd sindsdien veroordeeld tot een vastelandsstraf of deportatie (z bagno).

In NEDERLAND kwam de naam „galei” reeds in de 15de eeuw voor, met betrekking tot een meestal klein type vaartuig, met weinig diepgang, geschikt voor gebruik op binnenwateren of ondergelopen land (ontzet van Leiden, 1574). Anno 1598 deed ook in de Nederlandse marine de grote galei naar Spaans model haar intrede, en werd met veel succes in de Zeeuwse wateren gebruikt. Na de liquidatie van de Spaanse galeivloot (Sluis, 1604) verloor dit scheepstype voor Nederland echter zijn betekenis en is al spoedig afgeschaft.

Lit.: Joh. E. Elias, De vlootbouw in Nederland 1596-1655; G. Tournier, Les galères dé France et les galériens protestants du XVIIme et XVIIIme siècle.

Tomé I, 1943, z. pl. (Publ. du Musée de Désert. en Cévennes).

(2) zinken blad met drie ijzeren randen, waar de letterzetter zijn zetsel (letters enz.) op groepeert tot pagina’s en vormen (z drukken).

< >