Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

G

betekenis & definitie

de zevende letter van ons alphabet en de vijfde in de rij der medeklinkers, is de derde letter van het alphabet der Semietische talen en van dat der Grieken en stelt een velare of achtergehemelteklank. voor. Bij de Phoeniciërs droeg zij de naam van ghimel (kameel), in overeenstemming met haar vorm; hieruit ontstond de Griekse naam gamma.

In het Latijnse alphabet werd het Griekse teken C voor de media, waarschijnlijk onder Etruskische invloed, voor de tenuis gebruikt, en wel naast de K en Q, zodanig, dat het vnl. voor de heldere vokalen e en i voorkwam (dus kano tegenover cecini). Toen ca 300 v. Chr. de C als algemeen teken voor de tenuis werd doorgevoerd, deed zich de behoefte gevoelen om de media afzonderlijk aan te duiden; dit geschiedde door de letter C door een dwarsstreepje te veranderen in G. Zij kreeg de zevende plaats in het alphabet.

In de meeste talen heeft de g de waarde van een media (stemhebbende occlusief, met klappende klank) en in vele wordt zij voor e, i en y gepalataliseerd (als zj uitgesproken). In het Nederlands is de g een zachte fricatief (met glijdende klank), waarschijnlijk voortzetting van de oorspronkelijke Germaanse uitspraak. (Voor de vormgeschiedenis van de C zie men onder die letter.)

Als cijfer betekent deze letter in het Hebreeuws 3 en gekroond met een dubbele punt 3000; in het Latijn is g 400 en G 400 000; in het Grieks is y 3. Op Duitse munten geeft G als muntplaats Karlsruhe aan, op oude Franse Poitiers, op Oostenrijkse Nagy-Banya (Hongarije), op Zwitserse Genève. In Romeinse opschriften betekent G Gajus of Gens.

Typografisch heeft de g de hoofdvormen: Gotisch, Mediaeva), Bodon, Egyptienne, Schreefloos.

Afkortingen:

g = gram (vroeger grein);

G. = geld gevraagd (handelsterm), Goenoeng = Berg;

G.A. = gewijzigde aansprakelijkheid (bij coöperaties);

G.B. = gewone bereiding (Java-bereiding; aanduiding bij koffie);

G.B. Sc I. = Great Britain and Ireland;

G. C. B. = Grand Cross of the Bath (Grootkruis van de Bathorde);

G. C. M. G. = Grand Cross of St.

Michael and St. George;

G. C. S.I = Grand Cross of the Star of India;

G. D. = Grand Duke of Grand Duchess;

Geb. = Geboren;

Gebr. = Gebroeders;

gen. = genoteerd;

get. = getekend (op afschriften);

Gez. — Gezusters;

G. G. = Gouverneur-Generaal;

ggw. = goed gewicht;

Gld. = Gulden;

G. L. O. = Gewoon Lager Onderwijs;

Glor. mem. = Gloriosae memoriae (roemrijker nagedachtenis);

g. m. h. = gelijke maandelijkse hoeveelheden;

G. M. T. = Greenwich mean time (Greenwich-tijd);

G. P. O. = General Post Office;

g. v. = goed voor.

DR B. VAN DEN BERG

In de muziek kan g betekenen:

1. de naam van de zevende noot van de oorspronkelijke toonladder;
2. de afkorting voor een drieklank met g als grondtoon;
3. de afkorting voor een toonsoort met g als tooncentrum.
4. de naam van een sleutel de g-sleutel, die de toon g aangeeft, welke een reine kwint boven de centrale c ligt.

Daartoe werd oorspronkelijk op een van de lijnen van een notenbalk de letter g geplaatst. Evenals bij de andere sleutels werd deze g in de loop der tijden door calligrafische versiering vervormd van de nog duidelijk aan de letter herinnerende figuur in de 13de eeuw, via die in de 15de eeuw, tot de huidige vorm. De zgn. Franse vioolsleutel (g-sleutel op de eerste lijn) is in onbruik geraakt;

5. de aanwijzing dat een bepaalde passage in een pianostuk door de linkerhand moet worden uitgevoerd (afkorting van gauche).

< >