Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Friedrich FOUQUÉ

betekenis & definitie

(Heinrich Karl), Freiherr de la Motte (Brandenburg 12 Febr. 1777 Berlijn 23 Jan. 1843), kleinzoon van Heinrich August de la Motte Fouqué, was aanvankelijk en weer tijdens de bevrijdingsoorlogen officier. Hij nam zijn ontslag en wijdde zich op het landgoed Nennhausen bij Rathenow aan de studie van de geschiedenis en aan de dichtkunst.

Later riep koning Frederik Willem IV hem naar Berlijn. Fouqué, een echte laat-romanticus, wist door middel van zijn romans en zijn dramatische werken de liefde voor de Germaanse Oudheid aan te wakkeren. Het bekendst bleef zijn sprookje Undine met zijn zuivere romantische stemmingspoëzie, dat Lortzing de stof voor zijn opera verschafte.Bibl.: Dramatische Spiele(1804); Der Held des Nordens (drama, 1810); Vaterländische Schauspiele (1811); Undine (1811); Der Zauberring (3 dln, 1813); Sintram und seine Gefährten (1814). Uitgaven: W. Ziesemer (Bongs Gold. Klass. Bibl.); Romantische Erzählungen, uitgeg. d. K. G. v. Maassen (1922).

Lit.: Albertine de la Motte Fouqué, Briefe an F. F., met biografie door J. E. Hitzig (1848); L. Jeuthe, F. als Erzähler (1910); Th. Krämer, Das romantische Ritterepos bei F. (1913); J. Haupt, Elementargeister bei F., Immermann und Hoffmann (1923); E. Reinhard, F. (EichendorfF Kalender XVII, 1926) ; J. Schwabe, F. als Herausgeber von Zeitschriften der Romantik (1937).

< >