(door de bevolking Dolak genoemd) is een laag moerassig land dat voor de zuidkust van Nieuw-Guinea is gelegen en dat door de Prinses Marianne straat of Moeli van dit grote eiland is gescheiden. Een kleiner eiland, Komoran, vlijt zich tegen het Frederik Hendrik-eiland aan waardoor het geheel de indruk wekt de verdronken delta van de Digoelrivier te zijn.
Een stijging van de zeespiegel in diluviale en post-diluviale tijden moet dit resultaat teweeggebracht hebben. Het eiland, dat door talloze kreekjes is doorsneden, is dun bevolkt. Langs de Moeli en langs de kust treft men een aantal kampongs aan; het binnenland schijnt schaars bewoond te zijn. Een zware deining kan heersen aan de West- en Zuidkust, aan weerszijden van kaap Valsch.Lit.: Versl. v.d. Mil. Explor. van Ned. Nieuw-Guinee 1907I9i5> P- 39; Irene Sperling.
Beiträge zur Landeskunde von Niederländisch-Neuguinea. Das Hinterland von Merauke mit der Frederik-Hendrik-Insel und die Aroe-Inseln (Frankfurter Geogr. Hefte, 1936, Heft 1).