Nederlands artillerie-officier (Maastricht 19 Mei 1817 - St Anna bij Nijmegen 19 Mrt 1892), trad reeds op 14-jarige leeftijd bij de artillerie in dienst, en vroeg in 1838 overplaatsing naar Ned.-Indië, waar hij tot 1ste luitenant, kapitein en majoor werd bevorderd. Op 38-jarige leeftijd vroeg hij wegens gezichtsverzwakking ontslag; hij bracht zijn verdere loopbaan als schoolopziener in het vaderland door.
Zijn hoofdwerk is een zeer verdienstelijke Geschiedenis der Nederlandsche Artillerie van de vroegste tijden tot op heden (Nijmegen 1869-1874, 4 dln); voorts verschenen van zijn hand een aantal opstellen over de geschiedenis der artillerie in de Militaire Spectator van 1855 en volgende jaren.