de belangrijkste rivier van de Canadese provincie Brits Columbia, ontspringt op ca 52o 45' N.Br. en 118° 30' W.L.v.Gr. aan de voet van de westelijke tak van het Rotsgebergte. Zij stroomt eerst in N.W. richting, rondt vervolgens de Cariboo-bergen, stroomt dan langs het Cascadengebergte en bereikt op 56° N.Br. de zgn.
Canon, waarin zij 60 km ver tussen loodrechte, 160 m hoge rotswanden stroomt. Beneden New Westminster mondt zij tussen een reeks zandbanken in de Georgia golf uit, na een loop van 1191 km, waarvan echter van de monding af slechts 160 km (tot Yale) onafgebroken bevaren kunnen worden. Kleine zeeschepen kunnen gemakkelijk de rivier tot 28 km boven de zandige landtong aan de monding opvaren, waar het North-Channel of de Spanish-river begint, waarom men hier in Mrt 1859 New Westminster als hoofdstad van de kolonie stichtte. Boven Yale wordt de vaart voor vaartuigen door stroomversnellingen en cataracten onmogelijk gemaakt. Daarom heeft men in 1859 een andere weg naar de bovenloop aangelegd, door kanalen tussen de meren Harrison, Lilluet, Arderson en Seton te graven, die een grote boog van de Harrisonrivier naar de Fountaindorpen vormen. Naast de twee takken, uit wier samenvloeiing de Fraser gevormd wordt, zijn als belangrijkste zijrivieren te noemen de Stuart, de Quesnel, de Chilcotin en vooral de Thompson. De Fraser is rijk aan zalm; in het Cariboodistrict levert de rivier goud.