(Joseph Emil), Duits scheikundige en technoloog (Freiburg i. Br. 19 Mrt 1877 - München 1944), was sedert 1913 directeur van het Kaiser Wilhelm Institut für Kohlenforschung in Müllheim.
Hij heeft zeer talrijke verhandelingen gepubliceerd op het gebied van de chemie van de steenkolen, teer en de cokesbereiding.Voornamelijk is hij echter bekend geworden door de uitvinding in 1923 van het Fischer-Tropschprocédé voor de synthese van koolwaterstoffen. Hierbij wordt een mengsel van koolmonoxyde en waterstof over een kobalt-katalysator geleid bij 175-200 gr. C. en 1 -20 atm druk. Alsdan ontstaat een mengsel van tal van lagere tot hogere koolwaterstoffen, waaruit synthetische benzine en smeerolie kunnen worden gewonnen. Tijdens Wereldoorlog II werd langs deze weg in Duitsland een groot deel van de benzine verkregen. Thans is het procédé vooral in de V.S. wederom van groot belang, omdat het ook de weg opent tot de synthese van allerlei derivaten, aldehyden en zuren, welke als reukstoffen, synthetische zepen en zelfs (in Duitsland) als kunstmatige vetzuren voor voedingsvetten toepassing vinden.
Lit.: H. H. Storch, Ind. Eng. Chem. 57, 340 (1945); F. Fischer, Brennstoffchemie, 20, 41, 221 (1939); Glückauf 80, 76 (1944); N. Lamme, Bijdrage tot de kennis der synthese van koolwaterstoffen volgens Fischer-Tropsch, diss. Delft (1946).