(Eugène) Frans politieorganisator (Atrecht 24 Juli 1775 - Parijs il Mei 1857), werd in 1791 soldaat. In 1796 werd hij — onschuldig — wegens valsheid in geschrifte tot 8 jaar dwangarbeid veroordeeld.
Hij ontvluchtte enige malen en, in 1809 weer gegrepen, bood hij zijn diensten aan als geheim agent. Hij kreeg in 1811 een aanstelling bij de Parijse politie, wier preventieve taak hij zich vooral voor ogen stelde. Daarom organiseerde hij de „police de sûreté”, waarbij zijn grote kennis van de Franse onderwereld hem te stade kwam. Hij maakte bij de bestrijding van de misdaad gebruik van betrouwbare ontslagen gevangenen en geldt hierom als pionier der reclassering. Vidocq diende Victor Hugo als prototype voor Jean Valjean in Les Misérables.Bibl.: Mémoires, 4 dln (Paris 1828-’29, Ned. vert. 6 dln A’dam 1828—29); Les voleurs, physiologie de leurs moeurs, 2 dln (Paris 1836); La vie, les exploits et les aventures de Cartouche, suivi du dict. d’argot (Paris 1837); Les vrais mystères de Paris, 7 dln (Paris 1843).
Lit.: E. A. B. Hodgetts, V., a Master of Crime (London 1929); J. Savant, La vie fabuleuse et authentique de V. (Paris 1950); B. Kist, F.
V., pionier der reclassering, in: Maandblad voor berechting en reclassering XXXI (1952) ; Ph. J. Stead, V., ABiography (1953).
