Frans arts en economist (Méré, Ile de France, 4 Juni 1694 - Versailles 16 Dec. 1774), was de zoon van een landbouwer. Nadat hij enige jaren in de leer was geweest bij een graveur, bekwaamde hij zich in de chirurgie, in welk vak hij spoedig naam maakte.
In 1755 werd hij lijfarts van Lodewijk XV* en van Madame de Pompadour*. Eerst in de jaren 1753-1756 ging Quesnay zich aan de economische problematiek wijden. Zijn eerste publicaties op economisch gebied zijn enige artikelen in de Encyclopédie en wel de artikelen Fermiers (1756) en Grain ( 1757), die hij echter niet met zijn eigen naam ondertekende, evenmin als zijn verdere economische publicaties, waarvan hij sommige, zoals Théorie de l’impôt en Philosophie rurale in samenwerking met Victor de Mirabeau schreef.Het duidelijkst komen Quesnay’s ideeën naar voren in zijn Tableau économique (Versailles 1758). Quesnay acht de landbouw de primaire bron van welvaart: slechts deze klasse zou in staat zijn een overschot (produit net) te scheppen. De overige klassen creëren geen waarden, zij transformeren deze slechts.
In zijn model van de economische kringloop, dat hij als eerste, geïnspireerd door zijn geneeskundige studiën, naar voren brengt, gaat hij binnen de bestaande economische orde de doorstroming en de vervanging van dit „produit net” na. Dit zichzelf herhalende model van de circulatie der goederen, ontdaan van de geldsluier, dient om aan te tonen, dat het economisch proces een in zichzelf gesloten, organisch geheel is. In dit organisch geheel zal de welvaart van alle individuen het best zijn gediend, wanneer het economisch leven aan zichzelf zal worden overgelaten. Quesnay spreekt van de „ordre naturel”, die hij plaatst tegenover de „ordre positif”, de bestaande economische orde. Naarmate het ingrijpen in de „ordre positif” vermindert, komt de mogelijkheid van de verwerkelijking van de „ordre naturel” naderbij. Samen met Mercier de la Rivière werkt Quesnay deze gedachten uit in L’ordre naturel et essentiel des sociétés politiques (1767). Quesnay is de grondlegger van de physiocratische school (z Physiocraten).
J. ZUIDEMA
Bibl.: Œuvres économiques et philosophiques de F. Q., uitgeg. d. A. Oncken (Frankfort 1888).
Lit.: Y. Guyot, Qu. et la Physiocratie (1896); G. Schelle, Le Dr. Qu., chirurgien-médecin de Mme de Pompadour et de Louis XV, physiocrate (1907); G. Weulersse, Les physiocrates (Paris 1931); A. Oncken, Gesch. d.
Nationalökonomie, dl I (Leipzig 1902); Thom. P. Neill, Q. and Physiocracy, in: Jrn. History of Ideas, dl IX (Apr. 1948); H. Woog, The tabl. éc. of F. Q. (Bazel 1950).