Nederlands Hervormd godgeleerde (Breda 29 Jan. 1855 ’s-Gravenhage 1 Jan. 1929), studeerde te Utrecht onder Brill, Ter Haar, Doedes, Van Oosterzee, Beets, terwijl hij vooral ook een geestverwant werd van D. Chantepie de la Saussaye en J.
H. Gunning, die hij later te ’s-Gravenhage zou opvolgen. Hij werd predikant te Wilhelminadorp (1878) , Dalfsen (1881), ’s-Gravenhage (1883). In 1879 promoveerde hij op een proefschrift over populaire Evangelieprediking.
Inderdaad was zijn prediking populair in de beste zin des woords, en pakkend tot zijn laatste oudejaarspreek toe. Krachtig debater, trad hij onvermoeid en onversaagd in het strijdperk met het anarchistisch en anti-religieus socialisme van zijn dagen. Gildemeester streefde naar een vreedzame oplossing van de sociale problemen, deed buitengewoon veel maatschappelijk werk: de Christelijke Volksbond (opgericht 1899); werkte mede aan het eerste en het tweede Christelijk-sociaal Congres (1891 en 1914) en was ook nog hoofdpersoon in de stichting van Regentessekerk (1901) en Wilhelminakerk (1908). In arbeiderskringen was hij zeer wel thuis.
Voor de geschiedenis der Haagse gemeente is zijn jarenlange kroniek „Gemeentebelangen” in de ’s-Gravenhaagse Kerkbode een belangrijke bron geworden.Lit.: F. v. G. G. Zijn leven en werken, geschetst door zijn vrienden (1929).